Laat ik maar meteen met de deur in huis vallen: regulier onderwijs is momenteel geen middel dat de samenleving dient, maar dient voornamelijk als katalysator van stress, onzekerheid, verveling en andere negatieve effecten.
Nu vraag je je misschien af: wat gaat er dan precies mis in het onderwijs?
Wat zijn de problemen in het onderwijs?
In dit artikel geef ik je 7 hardnekkige problemen in het onderwijs. Na het lezen van dit artikel begrijp je wat er momenteel misgaat in het onderwijs én hoe we de onderwijsproblematiek kunnen oplossen!
Allereerst: Het lerarentekort is geen probleem!
Dit artikel gaat over hardnekkige problemen in het onderwijs. Als jij docent bent en deze woorden leest, dan denk je nu misschien meteen aan het lerarentekort, de hoge werkdruk en het slechte docentenimago.
Echter, ik ga je alvast iets verklappen:
Ik behandel het lerarentekort, de hoge werkdruk en het slechte docentenimago niet als problemen in het onderwijs.
Kijk, het lerarentekort is aan de orde van de dag in het onderwijs en het is treurig dat het imago van de docent als een baksteen is gekelderd. Als groepsdocent heb ik de hoge werkdruk zelfs aan den lijve ondervonden en als invaller in het basisonderwijs zie ik het enorme lerarentekort vrijwel dagelijks met mijn eigen ogen. En toch behandel ik het lerarentekort in dit artikel niet als problemen in het onderwijs. Waarom?
Omdat het geen problemen zijn!
Kijk, er is een belangrijk verschil tussen symptomen en oorzaken van de problemen in het onderwijs.
- Symptomen zijn de negatieve EFFECTEN die we ervaren door de werking van het onderwijssysteem. Denk aan het lerarentekort, de hoge werkdruk, het verslechterde docentenimago en leerlingen die “onderpresteren”.
- Oorzaken zijn de praktische KENMERKEN van onderwijs die tot de negatieve effecten leiden. Denk bijvoorbeeld aan de inspiratieloze hokken die wij klaslokalen noemen, het overwegend lesgeven met standaard lesmethodes, de afrekencultuur met gestandaardiseerde tests en alle verplichte rompslomp die daarbij komt kijken voor zowel leerlingen als docenten.
De problemen in het onderwijs worden in de eerste plaats veroorzaakt door de manier waarop het onderwijssysteem functioneert. Voordat we zomaar een bak geld in onderwijs gaan pompen, is het cruciaal om te beseffen dat de problemen in het onderwijs niet zozeer te maken hebben met geld. Kijk, een salarisverhoging voor docenten is belangrijk, maar het gaat de werkelijke problemen in het onderwijs niet oplossen.
Dus wat staat ons te doen? Wat we allereerst willen beseffen, is dat een systeem precies produceert waarvoor het is ontworpen. Het onderwijssysteem is daar geen uitzondering op. Het punt is: als je een systeem ontwerpt om iets te doen, wees dan niet verbaasd dat het dat ook daadwerkelijk gaat doen.
Als je een onderwijssysteem ontwerpt dat is gebaseerd op conformiteit en controle, wees dan niet verbaasd dat leerlingen gaan wriemelen of opstandig en brutaal worden.
Als je een onderwijscultuur creëert waarin lesgeven met standaard lesmethodes in standaard vakgebieden de standaard is, wees dan niet verbaasd dat leerlingen leren oersaai en irrelevant gaan vinden en het beroep van de docent imagoschade oploopt.
Als je een toxische testcultuur creëert waarbij leerlingen en scholen worden afgerekend op irrelevante cijfertjes, wees dan niet verbaasd dat leerlingen en docenten te kampen krijgen met overmatige stress.
Er is geen stuiver die deze onderwijsproblemen gaat oplossen. We hebben dan ook niet zozeer te maken met een geldprobleem, maar met een onderwijssysteem dat de problemen in het onderwijs zelf veroorzaakt. En dit is de crux:
Als je de problemen in het onderwijs wilt oplossen, wil je je niet blindstaren op de symptomen, maar wil je je met name focussen op de oorzaken.
Zeker, geld is nodig. Maar er zal niets verbeteren als we de problemen in het onderwijs niet bij de wortel grijpen.
In dit artikel ga ik je laten zien hoe we het lerarentekort, de hoge werkdruk en het docentenimago écht oplossen. Hoe?
Door de problemen in het onderwijs bij de wortel te grijpen. Zodat we onderwijs daadwerkelijk tot een gezond systeem maken voor leerlingen, docenten, schoolleiders en, bovenal, voor de gehele samenleving.
Laten we de belangrijkste problemen in het onderwijs behandelen!
Probleem 1: Onnatuurlijke DIDACTIEK
We trappen meteen af met een van de meest fundamentele problemen in het onderwijs. Dit probleem is ook meteen een van de grootste oorzaken van het slechte docentenimago. Ik heb het over de inspiratieloze manier waarop we lesgeven.
Laten we er niet omheen draaien: Het beroep van de docent is z’n charme verloren.
Docenten zijn een soort “lesmethodemachines” geworden. Ze staan voor de klas en draaien de standaard lessen af uit de standaard lesmethodes voor de standaard vakken.
Docenten zeggen: “Pak je boek erbij. Blok 3. Week 2. Les 3. We gaan het vandaag hebben over het persoonlijk voornaamwoord.”
Leerlingen leren in het onderwijs door te luisteren naar de standaard instructies van een docent met standaard schoolboeken voor hun neus, waarin ze standaard opdrachten maken die iedere dag op elkaar lijken.
Waarom?
Omdat we in het onderwijs het idee hebben dat standaardisatie en de systematische aanpak effectief zijn.
En dat klopt.
Het is ontzettend effectief.
Met name in het stimuleren van een allergie voor leren.
We stimuleren leerlingen in een leerallergie.
Er is iets wat wij – als volwassenen – diep van binnen al weten:
Als mensen worden wij geboren met een buitensporige leergierigheid.
Er is werkelijk geen kind dat niet wil of kan leren; een natuurlijk leervermogen is waar we allemaal mee geboren worden.
Neem een complexe vaardigheid als het leren van een taal. Jonge kinderen absorberen taal als een spons. Puur door eraan te worden blootgesteld. Ja, oké, je kunt ze onderweg stimuleren, corrigeren, aanmoedigen en complimenteren, maar je hebt niet een moment dat je ze in het kinderstoeltje aan de eettafel zet en zegt:
“Luister eens even heel goed naar mij. De komende jaren ga jij 100.000 woorden leren en daar zinnen mee vormen die we dan gaan ontleden in zinsdelen zoals werkwoordelijk gezegde, persoonsvorm en bezittelijk voornaamwoord. En om de paar weken word je erop getoetst.”
Nee, dat is niet hoe het werkt. En taal is slechts een voorbeeld van de onvoorstelbare capaciteit die we allemaal hebben om te leren.
Nog een sprekend voorbeeld dat ik met je wil delen, is leren fietsen. Kun je je nog voorstellen hoe dat vroeger ging toen je klein was?
De eerste keer kom je geen meter vooruit en in de dagen die volgen is het bungelen geblazen met de hand van je vader in je kraag. Maar met veel vallen en opstaan, komt dan eindelijk het moment dat het lukt. Je vader haalt je zijwieltjes eraf, geeft je een duwtje, en daar ga je. “Kijk, papa, ik kan het!”
Dat is hoe ik heb leren fietsen en ik kan het tot op de dag van vandaag nog steeds. Maar kun je je voorstellen hoe het zou zijn om te leren fietsen op school?
“Luister, jongens en meisjes, vandaag gaan jullie leren fietsen. Kijk, op het digibord zie je een fiets. Hier hebben jullie een werkschrift met opdrachten om alle onderdelen van de fiets uit jullie hoofd leren. En je moet ook de kracht waarmee je op het pedaal stapt uit je hoofd leren. Daarna ga je een verslag schrijven over de geschiedenis van de fiets. Ik wil minstens tien jaartallen zien. En tot slot krijg je er een methodetoets over. Als je dat haalt, dan ben je geslaagd. Dan kun je fietsen.“
Als dit was gebeurd op je vijfde, had je waarschijnlijk gezegd: “Laat maar zitten, bekijk het maar, ik loop wel.” Toch is dit precies wat we kinderen, scholieren en studenten aandoen. We zetten ze in een klaslokaal en zeggen:
‘Kijk, dit is wat je moet weten. En met deze boeken en schriften ga je het leren. Het is belangrijk. Doe het! Nu!’
En leerlingen weten dat het niet waar is. Ze zijn niet onnozel. Ze voelen heel goed aan dat diep van binnen niemand waarde hecht aan wat er in de klas gebeurt.
Maar een leerling kan er weinig tegenin brengen. Want wanneer leerlingen storen, weigeren of afhaken, dan hebben zij zogenaamd een “leerprobleem” of een “gedragsprobleem”. Als leerlingen niet meedoen in het schoolse stramien, dan krijgen zij de schuld, in plaats van dat we kijken of het aan het onderwijs zou kunnen liggen.
Aan de kinderen ligt het niet; er is geen kind dat niet wil of kan leren. Problemen met leren ontstaan pas wanneer kinderen te maken krijgen met onderwijs. Dat is de tijd dat we besluiten leren SYSTEMATISCH te maken. En dit is het punt:
Kinderen hebben niet zozeer probleem met LEREN, maar met DIDACTIEK.
Wanneer je een doorsnee school binnenloopt, zie je dat kinderen voornamelijk in hun schoolbank zitten gekluisterd met een boek en een schrift voor hun neus. Ze luisteren naar de docent voor de klas of zijn stil aan hun werk. Geen keuzevrijheid, niet samenwerken, niet praten. Luisteren, lezen, schrijven en reproduceren. Dat is waar het om draait.
In het onderwijs lijken we te denken dat we informatie maar gewoon in het hoofd van leerlingen moeten DOWNLOADEN. En de negatieve effecten van de systematische didactiek zijn veel erger dan je misschien denkt.
Wat we eigenlijk impliciet tegen leerlingen zeggen, is dit:
“Ik wil dat jullie zelfstandige onderzoekers worden die precies doen wat ik zeg.”
En:
“Ik wil dat jullie kritische denkers worden die precies geloven wat ik jullie vertel.”
Heel gevaarlijk. Want we ontnemen leerlingen in feite alle autodidactische capaciteiten die nodig zijn om een kritische en onafhankelijke autodidact te worden. Regulier onderwijs doet er alles aan om kritische leergierigheid in de kiem te smoren. De enige manier waarop je kunt voorkomen dat een kind leert lezen en rekenen én het leuk gaat vinden, is door het te leren zoals we het nu leren.
Probleem 2: Een beperkt curriculum
Een van de grootste problemen in het onderwijs is het beperkte curriculum waar we leerlingen in alle lagen van het onderwijs aan onderwerpen. Leerlingen worden hun schoolloopbaan overladen met zinsontleding en wiskundige formules. Van hun zesde tot pak hem beet hun achttiende moeten ze alles weten over het werkwoordelijk gezegde, persoonlijk voornaamwoord, C x 5G = A^7 x B^11 en andere dingen die de meesten weer vergeten zodra de toets achter de rug is.
Ondertussen leren leerlingen vrijwel niets over kennis en vaardigheden die voor ieder mens essentieel zijn om een gelukkig leven te leiden, wie je ook bent en wat je ook doet.
Denk bijvoorbeeld aan gezonde voeding, holistische geneeswijzen, charisma, spiritualiteit, geluk, wereldverbetering, stemgebruik, lichaamstaal, musiceren, zelfstandig ondernemen en filosoferen.
Even tussendoor: ben je benieuwd hoe ik leerlingen inspireer over belangrijke vaardigheden? In 7 posters deel ik toffe lessen en verhalen van mij als leerkracht. Bekijk de lesinspiratie door te klikken op onderstaande knop:
Begrijp me niet verkeerd. Hoofdrekenen is belangrijk. Maar dat geldt ook voor gezondheid en improvisatietheater. We hebben allemaal een lichaam en een stem, nietwaar?
Wanneer leerlingen de school verlaten, willen we niet dat ze alleen maar wiskundige formules kunnen berekenen en zinnen kunnen ontleden; we willen dat ze de kennis en vaardigheden beschikken om een bewust en vervuld leven te leiden. Maar die kennis en vaardigheden geven we leerlingen niet.
Vooralsnog is het curriculum in het onderwijs voornamelijk gericht op een zeer beperkt deel van wat belangrijk is in het leven.
Overal in de wereld wordt een curriculum gehanteerd met een vaste hiërarchie van vakgebieden die vanzelfsprekend en ontegenzeggelijk belangrijk worden gevonden. Bovenaan staan taal en reken- en wiskunde. Daarna komen de wetenschappen. En onderaan bungelen de kunsten.
We geloven (lees: “hebben zelf ooit op school geleerd”) dat het geheim voor een gelukkig leven bestaat uit het leren van spellingsregels, zinsontleding, wiskundeformules, historische jaartallen en economische begrippen.
Gek genoeg zijn belangrijke “levensvaardigheden” in het onderwijs volledig afwezig.
Wanneer scholieren uiteindelijk hun diploma in ontvangst nemen, zijn ze “geslaagd”, terwijl ze de bagage missen die nodig is om een bewust, gelukkig, gezond en vervuld leven te leiden. En omdat ze niet in aanraking zijn gebracht met cruciale kennis en vaardigheden, zijn velen zich er niet eens van bewust dat ze die cruciale kennis en vaardigheden missen. In feite doet het gebruikelijke curriculum het tegenovergestelde van waar het voor is bedoeld:
Een curriculum is bedoeld om leerlingen op te leiden tot bewuste, bekwame en geïnformeerde mensen, maar het huidige curriculum doet er alles aan leerlingen onbewust, onbekwaam en onwetend te houden.
Het is niet voor niets dat er in onze samenleving momenteel een soort “zelfhulpepidemie” aan de gang is.
De afgelopen jaren ontdekken mensen massaal de waarde van boeken, cursussen, video’s en coaching over geluk, gezondheid, productiviteit, zelfvertrouwen, omdenken, charisma, storytelling, mindfulness, ondernemen, creativiteit, filosofie, “alternatieve” geneeswijzen en meer essentiële kennis en vaardigheden die we niet leren op school.
Gelukkig is er ook goed nieuws: Docenten kunnen de curriculumproblemen zelf oplossen!
Het maakt niet uit of je invaller in het basisonderwijs bent of een docent op de middelbare school. Het maakt ook niet uit of je lesgeeft op de basisschool, de middelbare school of een universiteit.
Iedere schooldag opnieuw heb je als docent de kans om je bijdrage te leveren aan het realiseren van een bewuste samenleving vol “Autodidactische Levensexperts”!
Tip voor docenten! Ben je benieuwd hoe ik als schoolmeester leerlingen train in het worden van een Autodidactische Levensexpert? Check dan ook eens mijn artikel met Tips voor Legendarische Docenten. Daarin vertel ik hoe ik lesgeef over levensvaardigheden als storytelling, gezondheid, autodidactiek, wereldverbetering en geluk.
Beste docenten, bij deze wil ik jullie van harte uitnodigen voor een belangrijke challenge:
Inspireer leerlingen, scholieren en studenten over spiritualiteit, geluk, gezondheid, charisma, ondernemerschap en maatschappijkritisch denken. Leer leerlingen niet alleen tellen, maar leer ze ook wat telt.
Zo dragen wij – als docenten – direct bij aan het opleiden van een generatie van bewuste, kritische en creatieve mensen die samen een bewuste en vredige samenleving kunnen en willen vormen!
Tip voor curriculumvernieuwing! Wil je meer leren over curriculumvernieuwing? Check mijn artikel over de eigenschappen van een succesvol curriculum en hoe ik op basis van deze eigenschappen een nieuw curriculum heb ontworpen!
Probleem 3: Een toxische testcultuur
“Deze tests zijn te grof om te gebruiken en moeten worden verbannen.“
– Frederick J. Keely, uitvinder van de gestandaardiseerde tests
Toetsing is verreweg het meest tragische onderwerp in deze lijst met hardnekkige problemen in het onderwijs. Van alle problemen in het onderwijs, is er geen onderwerp waar zoveel verdriet, onzekerheid en stress achter schuilt als de toxische testcultuur.
Begrijp me niet verkeerd. Het is niet zo dat toetsing niet belangrijk is; toetsing is een essentieel aspect van onderwijs. Het probleem is vooral onze obsessie met gestandaardiseerde tests. Toetsen, tentamens en examens zijn tegenwoordig alles waar onderwijs om draait.
We schuiven leerlingen een stapel toetsen voor met een handjevol meerkeuzevragen en her en der wat open vragen. Daar rollen dan cijfers uit voor op de cijferlijst. En dan geloven we dat we begrijpen wat een leerling in z’n mars heeft. Maar we begrijpen het niet. Omdat we niet meten wat ertoe doet op een manier die niets zegt over werkelijke talenten en kwaliteiten.
Sterker nog, maar al te vaak hebben we geen idee wat de talenten, kwaliteiten en passies zijn van leerlingen. Alle leerlingen in het onderwijs – zonder uitzondering – barsten van de bijzondere talenten en passies. Met inspirerende toetsvormen zouden die allemaal tot uiting komen. Maar we zien de talenten niet. We zijn geobsedeerd met toetsen die vissen beoordelen op hun vermogen om in een boom te klimmen.
Het is niet zo dat gestandaardiseerde tests in essentie slecht zijn. Als ik me medisch laat testen, wil ik weten wat mijn cholesterolniveau is op een standaard. Ik wil niet dat mijn dokter het me vertelt op een schaal die ik even op de fiets heb bedacht.
Ik wil niet dat de dokter zegt:
‘Ik heb de uitslag, meneer Miedema, uw cholesterolniveau is een lubberende zeeleeuw.’
Nee, ik zeg:
‘Geef me de exacte cijfers, dokter. Vertel me wat u heeft gediagnosticeerd.‘
Het punt is:
Het meten van menselijke talenten, kwaliteiten, progressie en levensvaardigheden is iets anders dan een cholesterolgehalte.
We geloven onterecht dat een cijferlijst een goede indicatie is van de kwaliteiten en talenten van leerlingen. En het heeft geresulteerd in de meest oneerlijke en toxische onderwijscultuur die we leerlingen kunnen wensen.
De testcultuur slaat de plank volledig mis. Door de toxische testcultuur denken heel veel jonge mensen – volledig onterecht – dat ze waardeloos zijn, omdat ze slechte cijfers halen op toetsen die niets zeggen over hun talenten en kwaliteiten. Ook zijn er veel jonge mensen die denken dat ze superieur zijn aan anderen, omdat ze nu eenmaal weten hoe ze een goed cijfer moeten halen op een toets die niet meet wat ertoe doet.
De lijst van “succesvolle drop-outs” is eindeloos. Succesvolle drop-outs zijn mensen die in het échte leven als succesvol worden gezien, maar in het onderwijs werden gezien als mislukkingen.
Toch houden we de toxische testcultuur vooralsnog in stand omdat we geloven dat het de enige manier is om de kwaliteit van leerlingen te meten.
De testcultuur is het resultaat van te weinig vertrouwen in leerlingen en docenten en teveel vertrouwen in cijfertjes en nummertjes.
Het is een krampachtige poging van onderwijsbeleid om inzicht te krijgen in de kwaliteit van onderwijs en om controle te houden over wat er op scholen gebeurt. Ongetwijfeld goed bedoeld. Helaas doet de testcultuur veel meer kwaad dan goed.
Niet alleen voor leerlingen, maar ook voor docenten, schoolleiders én de kwaliteit van onderwijs is de testcultuur slopend.
Toetsen domineren de hele schoolcultuur. Ze dicteren alles wat er op scholen gebeurt.
Nu vraag je je misschien af:
“Waarom stoppen we dan niet met die gestandaardiseerde tests? Wat houdt ons tegen om de toxische testcultuur te elimineren?“
Een belangrijke reden is het collectieve geloof in cijferlijsten en diploma’s als bewijs van kwaliteit in onze maatschappij. Bij veel werkgevers moet je nog altijd aankomen met die cijferlijst op je diploma, omdat werkgevers denken (lees: “zelf op school hebben geleerd”) dat het een betrouwbare maatstaf is voor kwaliteit.
Gelukkig doen steeds meer werkgevers hun best om cijferlijsten en diploma’s onbelangrijk te maken. Google, Apple, Tesla, SpaceX; bij steeds meer bedrijven is het niet meer nodig een diploma te hebben om er kans te maken op een baan.
In een interview vertelt Elon Musk, het brein achter Tesla en SpaceX, dat hij niet is geïnteresseerd in je cijferlijst. Hij kijkt niet eens om naar je diploma. Wat wil Elon Musk dan wel zien? Dit is wat Elon vele malen interessanter vindt:
Je ervaringen, je mindset en daadwerkelijk concrete leerresultaten.
Hij wil niet weten wat je ooit hebt gescoord op de toets van Wiskunde maar tegen welke problemen je in je leven bent aangelopen en hoe je problemen oplost. Een diploma is daarvoor niet nodig.
En dit is de crux:
We hebben geen gestandaardiseerde toetsing nodig, maar beschrijvende toetsing die daadwerkelijk transparantie geeft in kwaliteiten en talenten.
We willen niet dat 100.000 leerlingen allemaal 1 hokje aanvinken op een toets, maar dat 1 leerling 100.000 inspirerende manieren heeft om z’n talenten, kwaliteiten en progressie inzichtelijk te maken én te vieren.
De toxische testcultuur is misschien wel het meest hardnekkige probleem in het onderwijs. En ik hoop van harte dat docenten, schoolleiders en beleidsvoerders er klaar voor zijn om toetsing in het onderwijs te veranderen. Want als we toetsing verbeteren zal onderwijs er drastisch op vooruit gaan.
Probleem 4: Een inspiratieloze leeromgeving
“Als je kinderen in hokken stopt, dan krijg je rattengedrag. Dus je moet de hokken afbreken.”
– Sjef Drummen
Al is het alleen maar een YouTube-video, een ukelele, een boek, een schrift of een potlood; de spullen en de ruimtes die je tot je beschikking hebt zijn cruciaal om te kunnen leren. Met andere woorden:
WAAR en WAARMEE je leert, is een sleutelfactor in HOE je leert.
Daar lijken we in het onderwijs geen boodschap aan te hebben. Hoewel de fysieke omgeving een grote rol speelt bij het ontwerpen van ziekenhuizen en gevangenissen, wordt de leeromgeving over het hoofd gezien in het onderwijs.
De leeromgeving is altijd al een ondergeschoven kindje geweest in het onderwijs.
Je hoeft maar vijf minuten in een gemiddeld schoolgebouw rond te lopen om de verwaarlozing van de leeromgeving te ondervinden.
Overvolle, grijze klaslokalen, volgebouwd met tafels en stoelen, waar weinig ruimte is voor spel. Neem me niet kwalijk, maar de gemiddelde speelhoek van de McDonald’s biedt meer inspiratie dan de gemiddelde leeromgeving van scholen.
Een groot probleem met de leeromgeving in het onderwijs is dat de leeromgeving ontzettend docent-gericht is. De volledige leeromgeving is erop gericht de docent in de rol van traditioneel onderwijzer te drukken. Geen wonder dat inspiratieloze kennisoverdracht nog steeds de standaard is in het onderwijs. In de beperkte leeromgeving komen docenten er bijna niet onderuit.
Als we willen dat leerlingen daadwerkelijk het onderwijs verlaten als Autodidactische Levensexperts die de belangrijke vaardigheden des levens beheersen, dan hebben we behoefte aan een dynamische leeromgeving met een rijk en gevarieerd aanbod aan MATERIALEN en RUIMTES om überhaupt met de vaardigheden aan de slag te kunnen gaan.
Het maakt niet uit of het schoolgebouw oud of nieuw is, klein of groot, modern of traditioneel. Het maakt ook niet uit of de school in Amsterdam of Leeuwarden is gebouwd. Het maakt ook niet uit of je te maken hebt met een basisschool of een middelbare school. En het maakt zelfs niet uit als je te kampen hebt met een klaslokaal van 10 bij 10 meter dat is volgebouwd met schoolbanken. Dit is wat we altijd en overal willen doen:
Bied leerlingen een rijke leeromgeving waarin ze de materialen en ruimtes tot hun beschikking hebben om zichzelf te ontwikkelen tot een Autodidactische Levensexpert.
Inspirerend onderwijs kan niet zonder een rijke leeromgeving die leerlingen de voorwaarden biedt voor een volwaardige voorbereiding op het leven.
Probleem 5: Een fabrieksmatige organisatie
Niet alleen de didactiek in het onderwijs is mechanisch; ook de ORGANISATIE van onderwijs (denk aan de indeling van leerlingen in klassen, niveauverschillen, vakkenpakketten) is opmerkelijk FABRIEKSMATIG.
Misschien denk je dat ik “fabrieksmatig onderwijs” hier gebruik als een metafoor om de organisatie van onderwijs te beschrijven, maar “fabrieksmatig onderwijs” is in feite LETTERLIJK de naam van het onderwijsmodel dat verplicht onderwijs in Nederland en andere moderne landen domineert. In de loop van de 18e eeuw ontwikkelden onderwijshervormers een model dat bekend stond als The Factory Model of Education.
In het boek Raising a School legt Rena Upitis – de voormalige decaan van het onderwijs aan de Queen’s University in Canada – enkele kenmerken uit van The Factory Model of Education, dat vandaag de dag nog steeds het dominante model is van verplicht onderwijs:
“Op fabrieksscholen is lesgeven – zoals de gebouwen – meestal doosvormig en lineair. Overdrachtsonderwijs domineert: vooraan in de klas geeft de leraar kennis door aan de leerlingen. Dit soort lesgeven werkt het beste als de leraar iedereen tegelijk kan zien, en dus worden klaslokalen gemaakt als een reeks dozen, met als duidelijkste voorbeeld dubbel beladen klaslokalen in één lange gang.”
– Rena Upitis, Raising a School
Met andere woorden: In het onderwijs word je letterlijk behandeld als een blikje op de lopende band in een fabriek.
En de negatieve effecten van het fabrieksmatige onderwijssysteem zijn vele malen groter dan je wellicht denkt. Het doet er niet eens toe of je wel of niet “succesvol” bent in het onderwijs. Zelfs als je goed kunt leren, kom je er niet onderuit: in meer of mindere mate ondervinden mensen schade aan traditioneel onderwijs.
Leestip! Wil je meer weten over de negatieve effecten van onderwijs? Lees dan mijn artikel over Onderwijs als Indoctrinatiefabriek.
Er wordt vaak gezegd dat steeds meer leerlingen lijden aan gedragsproblemen. Nu wil ik niet zeggen dat er geen probleemgedrag bestaat. Maar je kunt je voorstellen dat als je jaar in jaar uit, dag na dag, uur na uur, zit opgesloten in een klaslokaal waarin je van seconde tot seconde moet gehoorzamen aan een docent, dat je dan een beetje gaat wriemelen.
De waarheid is:
De meeste kinderen lijden niet zozeer aan gedragsproblemen; ze lijden aan het zijn van een kind in een fabrieksmatig onderwijssysteem dat hun menselijke behoeften negeert.
We denken dat we leerlingen manieren leren door ze te onderdrukken, maar we stimuleren ze vooral in opstandigheid, onverschilligheid en allerlei andere destructieve gedragingen. Om eerlijk te zijn, begrijp ik het volkomen wanneer leerlingen opstandig zijn. Ik bedoel, wie wil er nou jarenlang rondbrengen in een autoritaire omgeving waarin je voortdurend moet gehoorzamen aan het gezag van een volwassene?
Een autoritaire, controlerende, mens-onvriendelijke organisatie van onderwijs is een probleem waar we al mee te maken hebben sinds de uitvinding van verplicht onderwijs.
Traditioneel onderwijs legt de nadruk op standaardisatie en gehoorzaamheid aan de autoriteit boven zelfontplooiing, talenten en waarheidsvinding. We hebben een organisatie van onderwijs nodig die leerlingen niet behandeld als blikjes, maar als kunstenaars, ondernemers, onderzoekers en, bovenal, als mensen.
Probleem 6: Een disfunctioneel opleidingssysteem
De noodzaak van onderwijsverbetering waarover ik spreek op deze website heeft niet alleen betrekking op primair onderwijs (PO) en voortgezet onderwijs (VO). Vervolgonderwijs – oftewel: MBO, HBO en WO – snakt eveneens naar een grootschalige transformatie.
In het regulier onderwijs slaan we volledig de plank mis. En vervolgonderwijs is daar geen uitzondering op.
Idealiter zijn Regulier Onderwijs en Vervolgonderwijs samen de perfecte voorbereiding op het leven als een Autodidactische Levensexpert die deskundig is in een gekozen specialisatie.
Regulier Onderwijs is de opleiding tot Autodidactische Levensexpert.
Vervolgonderwijs is de opleiding tot deskundige in een gekozen specialisatie.
Deze combinatie kun je voor je zien als een soort T-profiel:
Horizontaal heb je de “brede ontwikkeling” tot Autodidactische Levensexpert.
Verticaal heb je een “gespecialiseerde ontwikkeling” tot deskundige in jouw gekozen vakgebied.
Samen dragen regulier onderwijs en vervolgonderwijs bij aan het vormen van het ideale T-profiel:
Helaas is dit alles behalve hoe Regulier Onderwijs en Vervolgonderwijs werken in de praktijk. Wat is er mis met vervolgonderwijs?
Vervolgonderwijs is een veelomvattend systeem en er valt veel over te zeggen. Maar voor dit artikel over onderwijsproblemen zal ik ingaan op de kern van de problemen in het vervolgonderwijs.
Laten we beginnen met een merkwaardig kenmerk van vervolgonderwijs: de synthetische standaardisatie.
Vervolgonderwijs is gestandaardiseerd met een typerend en berucht onderwijskundig fenomeen: het diploma.
Al eeuwenlang zijn het diploma en alles wat daarbij komt kijken het bewijs aan de maatschappij dat je deskundig bent in een bepaald gebied. Je hebt het diploma in de pocket, dus je bent “geslaagd”, een “Master of Science”, een “Drs.”, of welke termen er ook maar aan worden gekoppeld. Echter is er iets aan de hand met die diploma-eisen:
Het merkwaardige met diploma-eisen is dat ze synthetisch identiek zijn.
Het maakt niet uit welke specialisatie je doet, het diploma staat voor vrijwel alle opleidingen gelijk aan vier jaar studie. Of je nu Engelse literatuur studeert, Onderwijskunde of Moleculaire Biologie, voor een diploma moet je vrijwel hetzelfde aantal studie-uren volgen en hetzelfde torenhoge bedrag betalen.
De universiteit of de hogeschool dicteert aan welke voorwaarden je moet voldoen om een diploma te krijgen en hoeveel je daarvoor moet betalen. Vrijwel het enige waar je zelf nog wat over te zeggen hebt, is de specialisatie die je kiest en bij welke hogeschool of universiteit en in welke stad je gaat studeren. Verder is vrijwel alles synthetisch voor je voorgekauwd, ongeacht welke opleiding je kiest. En dat is nog niet alles:
De synthetische standaardisatie heeft niet alleen betrekking op het vervolgonderwijs als geheel. Ook binnen de specifieke opleidingen is de inhoud doordrongen van standaardisatie.
In het echte leven betekent een “deskundige” worden intensieve verdieping die geheel gefocust is op jouw eigen passies en leerbehoeften. In het vervolgonderwijs doen duizenden studenten vrijwel exact dezelfde riedel.
Zoals Luca Dellena zei:
“The fact that (almost) all degrees have the same duration regardless of the complexity of the underlying field is the most functional evidence that education has been built around the universities’ needs, not the students.”
En het wordt nog erger. Want als opleidingen nu “de heilige graag voor deskundigheid in een specialisatie” bieden, dan was er nog niet zoveel aan de hand. Het probleem is dat de standaardisatie gepaard gaat met onvolledigheid in kennis en vaardigheden die je nodig hebt om een deskundige te worden. Ik bedoel, als je op een opleiding nu werkelijk wordt opgeleid tot een deskundige in je specialisatie, dan hoeven we het nergens over te hebben. Maar dat is niet hoe een opleiding werkt.
In het vervolgonderwijs word je als student niet daadwerkelijk opgeleid tot DESKUNDIGE.
De opvatting dat je met een beroepsopleiding of universitaire studie leert “deskundig” te worden in je vakgebied, is een grote misvatting. Dat heeft niet alleen te maken met de beperkingen van de synthetische standaardisatie van onderwijs; opleidingen worden ook sterk beïnvloed door het collectieve gedachtengoed van onze maatschappij.
Ter illustratie zal ik enkele voorbeelden noemen uit mijn eigen ervaring.
Laten we ter illustratie de opleiding Onderwijskunde erbij pakken. Je zou zeggen dat je aan de opleiding Onderwijskunde wordt opgeleid tot onderwijsdeskundige, maar dat is niet hoe het werkt in de praktijk. Op de opleiding Onderwijskunde gaat het voor een groot deel over statistiek. Je leert toveren met cijfertjes, maar je leert niet hoe je onderwijs kunt betoveren.
Natuurlijk, tijdens colleges komen er heus weleens interessante onderwijstheorieën ter sprake van grote onderwijsdenkers. Maar als het gaat om een diep besef van de problemen in het onderwijs en de noodzaak van onderwijsvernieuwing en wat er allemaal bij een succesvolle onderwijstransformatie komt kijken, dan schiet de opleiding Onderwijskunde tekort.
Nog een voorbeeld: de lerarenopleiding. Op de lerarenopleiding zou je zeggen dat we studenten opleiden tot Legendarische Docenten die leerlingen de schooltijd van hun leven kunnen geven en die de kunst van Legendarisch Lesgeven beheersen om leerlingen te enthousiasmeren over allerlei cruciale levensvaardigheden.
Idealiter ziet het T-profiel van een docent er zo uit:
Maar dat is niet hoe lerarenopleidingen werken in de praktijk. Veel pabostudenten belanden al gauw in de sleur van standaard lesmethodes in standaard vakgebieden.
Dit is een realistischere illustratie van het T-profiel van een docent:
En onderwijsopleidingen zijn geen uitzonderingen.
Neem bijvoorbeeld medische opleidingen. Wanneer je een medische opleiding doet en bijvoorbeeld huisartsen wilt worden, zou het natuurlijk fantastisch zijn als je in het regulier onderwijs bent opgeleid tot Autodidactische Levensexpert, die vervolgens in het vervolgonderwijs wordt getraind in deskundigheid over gezonde voeding en holistische geneeswijzen.
Idealiter ziet je T-profiel als huisarts er dan zo uit:
Maar dat is niet hoe het werkt in de praktijk. In medische opleidingen ligt een enorme focus op medicijngebruik en wordt het belang van een gezonde levensstijl en “voeding als medicijn” maar al te vaak verwaarloosd.
Er zijn uiteraard uitzonderingen. Op iedere opleiding vind je fantastische docenten die het verschil maken voor studenten. Sterker nog, er zijn zelfs complete opleidingen waarop “gebrek aan deskundigheid” niet van toepassing is. Dan heb ik het bijvoorbeeld over chirurgen en piloten. Die weten (meestal) heel goed wat ze doen, omdat hun deskundigheid een kwestie is van leven of dood. Als zij niet deskundig zouden zijn, zou het vrijwel meteen opvallen. Voor veel andere specialisaties geldt helaas dat je jezelf met een papiertje onterecht deskundig mag noemen.
Het enige dat hogescholen en universiteiten wel te bieden hebben dat mensen niet ergens anders kunnen krijgen, is institutionele accreditatie. Echter doen universiteiten er alles aan hun accreditatie waardeloos te maken.
PS Ik vind het belangrijk je erbij te vertellen dat de problemen in het onderwijs die ik hier bespreek niet gericht zijn op individuen. Overal in het onderwijs vind je fantastische docenten, gepassioneerde professoren en inspirerende colleges. Waar ik het hier over heb, is het disfunctionele opleidingssysteem als geheel. Vervolgonderwijs schiet als geheel tekort in het opleiden van deskundigen.
Probleem 7: Gebrek aan voorstellingsvermogen
Tot slot vind ik het belangrijk om in dit artikel over problemen in het onderwijs nog één waarheid met je te delen. Ik ga je iets vertellen wat mogelijk niet in goede aarde zal vallen bij sommige docenten en schoolleiders die dit lezen.
Bij de problemen in het onderwijs wordt namelijk vaak gewezen naar de hoge druk van bovenaf. “De onderwijsproblematiek is de schuld van onderwijsbeleid,” zo luidt de kritiek.
Maar dat is niet helemaal waar. Het is niet de schuld van onderwijsbeleid, noch van een politicus of van welke beleidsvoerder dan ook. Waar ligt dan het probleem? Nou, de waarheid is:
De problemen in het onderwijs zijn het gevolg van ons eigen gebrek aan voorstellingsvermogen.
Ja, we hebben de problemen in het onderwijs allemaal aan onszelf te danken. Gebrek aan voorstelling is het grootste probleem van alle problemen die ik in dit artikel heb besproken. Het is de reden dat we niets aan de onderwijsproblematiek doen.
Nu is er goed nieuws en slecht nieuws:
Het goede nieuws is dat alle problemen die we in dit artikel hebben besproken kunnen worden opgelost door docenten, schoolleiders en ander onderwijspersoneel.
Het slechte nieuws is dat veel docenten, schoolleiders en ander onderwijspersoneel zich daar nog niet bewust van zijn!
We zitten in een negatieve vicieuze cirkel:
Op de lerarenopleiding worden studenten opgeleid tot traditionele onderwijzers die leerlingen in het regulier onderwijs opleiden tot onbewust onbekwame mensen. Daarvan stromen leerlingen door naar de lerarenopleiding, waar ze worden opgeleid tot traditionele onderwijzers, die leerlingen in het regulier onderwijs opleiden tot onbewust onbekwame mensen. En zo gaan we eindeloos door.
Echter, zo hoeft het niet te gaan! We kunnen de negatieve vicieuze cirkel zelf doorbreken.
Op de lerarenopleiding kunnen we studenten opleiden tot Legendarische Docenten, die leerlingen in het Regulier Onderwijs opleiden tot Autodidactische Levensexperts. Onder hen gaan leerlingen de lerarenopleiding doen, waar ze opgeleid worden tot Legendarische Docenten, die leerlingen in het Regulier Onderwijs vervolgens weer opleiden tot Autodidactische Levensexperts. Enzovoort, enzovoort.
Dit is hoe de positieve vicieuze cirkel eruit zou kunnen zien:
Wat we daarvoor nodig hebben, is een gezonde dosis voorstellingsvermogen met een flinke scheut passie. Ik daag docenten en schoolleiders uit de problemen in het onderwijs bij de kluit te grijpen en onderwijs hoogstpersoonlijk tot een succes te maken. Mahatma Gandhi had gelijk:
Laten we de verandering zijn die we willen zien in het onderwijs!
Als docent kun je persoonlijk heel veel doen om vandaag nog het regulier onderwijs te verbeteren. Ben je benieuwd hoe ik persoonlijk bijdraag aan verbetering in het onderwijs? Download dan mijn gratis e-book Meester Met Missie in de praktijk.
Hey Nico,
Heel erg bedankt voor je info. Momenteel ben ik bezig met mijn eerstegraads aan de universiteit van Tilburg. Ik moet morgen een speech houden over een willekeurig onderwerp. Mijn onderwerp is het falende onderwijssysteem, hoe het anders moet. Dat is ook een van de redenen waarom ik aan deze opleiding ben begonnen. Je site heeft me veel info gegeven om mee aan de slag te gaan. Keep up the good work.