Invallen op basisscholen. Persoonlijk vind ik het een van de leukste beroepen die er bestaan. De leerlingen komen ’s ochtends nietsvermoedend de klas binnen en hebben dan nog geen idee dat jij er een ONVERGETELIJKE schooldag van gaat maken. Tenminste, dat is natuurlijk de bedoeling.
Hoe geef je leerlingen als invaller een onvergetelijke schooldag?
Docenten denken soms dat invallen in het basisonderwijs gepaard gaat met veel stress. En dat kan ik me voorstellen. Als invaller in het basisonderwijs is het immers iedere werkdag onbekend wat je te wachten staat. Met de tools die ik je ga geven in dit artikel ben jij echter in staat als invaller het verschil te maken in het onderwijs!
Wat zijn de geheimen van invallen in het basisonderwijs?
In dit artikel geef ik 5 tips voor invallers om leerlingen (en jezelf) een super leuke schooldag te geven.
Tip 1: Begin met een HOOK
Het is de grootste angst van veel invallers:
“Wat als leerlingen de orde verstoren! Wat als het een super chaotische schooldag wordt!“
Dit zijn gedachten waar vrijwel iedere beginnende docent bekend mee is. Echter zijn er effectieve manieren om binnen no time de juiste snaar te raken in de groep en de toon te zetten voor de rest van de schooldag.
Wat ik nu met je ga delen, is misschien wel mijn belangrijkste geheim van invallen in het basisonderwijs. Het is een manier om de groep te “PAKKEN” vanaf de eerste seconde (zonder dat je de vervelende boeman moet uithangen). Over welk geheim van invallen heb ik het? Ik heb het over wat ik noem: de HOOK.
Dit is hoe het werkt: aan het begin van de schooldag sta je met je bokshandschoenen bij de ingang van het klaslokaal en wanneer de leerlingen binnenkomen, krijgen ze eerst allemaal een keiharde dreun om de oren. Gegarandeerd een lekker rustige schooldag… 👌
Geintje. Met een HOOK bedoel ik niet dat je leerlingen een dreun gaat verkopen. Met een HOOK bedoel ik het volgende:
Vanaf de eerste seconde van de schooldag – zodra de leerlingen klaar zitten en de ogen op jou gefocust zijn – verras je ze met iets INTERESSANTS of SPANNENDS.
Want laat me je iets bekennen over de ordeverstoringen die wij als docenten zo vervelend vinden: Eerlijk gezegd snap ik het wel wanneer leerlingen de les willen verstoren. Laten we het niet ontkennen: onderwijs is over het algemeen nogal inspiratieloos voor leerlingen. Als volwassenen zouden we voor de aardigheid eens in de rol van de leerlingen moeten kruipen. Ik denk dat de meeste volwassenen na één schooldag al gillend gek zouden worden.
Om een paar kenmerken van traditioneel onderwijs te noemen:
- De gemiddelde schooldag is volgepland met INSPIRATIELOZE lesinstructies uit STANDAARD lesmethodes.
- De lessen gaan voornamelijk over persoonsvormen, bijwoorden en andere taalkundige onderwerpen die leerlingen IRRELEVANT en totaal niet interessant vinden.
- De werkboeken staan vol met EENZIJDIGE vraagstellingen en EENTONIGE opdrachten die iedere schooldag op elkaar lijken.
- De leerlingen krijgen voortdurend VERPLICHTE taken opgelegd, waarbij hen vaak zelfs van seconde tot seconde wordt verteld wat ze moeten doen.
- En als dat nog niet genoeg is, wordt ook nog eens vrijwel alles VERBODEN of GENEGEERD wat leerlingen wél interessant vinden.
Tsja, logisch dat je dan manieren gaat zoeken om uit de dagelijkse sleur te breken en er toch nog wat van te maken.
Maar gelukkig hoeft het helemaal niet zo te zijn. Met een gezonde dosis enthousiasme en creativiteit kun jij van de schooldag een educatief spektakel maken! En dit is de crux:
Als jij als invaller de leerlingen meteen laat ERVAREN dat het met jou een toffe schooldag gaat worden. Als jij leerlingen meteen op het puntje van hun stoel weet te krijgen. Dan hebben ze helemaal geen zin om te klieren en jou op de kast te jagen!
Jouw interessante manier van lesgeven is immers veel te leuk om te verstoren. Daarom is dit het eerste geheim voor een geslaagde schooldag:
Begin met een HOOK.
Laat me je twee voorbeelden geven van HOOKS die ik regelmatig gebruik:
Voorbeeld 1: Teleporteren met Elon Musk
Bij jonge kinderen gebruik ik weleens de volgende HOOK. Wanneer de kinderen ’s ochtends binnen komen, zien ze een verroeste garagedeur op het digibord.
“Wat zit daar achter, meester?” vragen ze dan nieuwsgierig.
“Daar gaan we straks in de kring met z’n allen achter komen,” laat ik weten.
Even later zitten we in de kring klaar om de schooldag te beginnen. Op dat moment doe ik net alsof ik een beetje droevig ben. Ik vertel de kinderen dat ik ze iets cools had willen laten zien. Maar ik ben het helaas vergeten.
Terwijl ik nog een beetje sip de klas in kijk, gaat achter me opeens langzaam de garagedeur open op het digibord. (omdat ik stiekem op een knop van het toetsenbord druk.) “Hey, wat is dat nou?” roep ik verbaasd, “het lijkt wel een tovermachine!”
Op het bord zien we een grote teleporteermachine. En de uitvinder staat ernaast om ons te helpen. Hey, het is… Elon Musk! “Elon, ik ben iets vergeten,” spreek ik richting het digibord, “kunt u het naar de klas teleporteren?”
Elon vertelt ons dat we eerst de code moeten kraken door een woord te raden. De kinderen raden letters totdat het woord is gevormd. “Wij weten de code, Elon!” roep ik naar het digibord, “het is t-a-s.”
Dan begint de machine te draaien en horen we allemaal geluiden uit het digibord… (omdat ik wederom stiekem op een knop van het toetsenbord klik.) Wanneer het beeld weer stilstaat, zegt Elon Musk: “Kijk in het magazijn.”
“Hey, wat is dat?” fluister ik, “hoor ik daar nu iets rommelen in het magazijn.” Ik loop het magazijn binnen en doe de deur op een kiertje zodat de kinderen mij niet kunnen zien, maar wel kunnen horen. Vanuit het magazijn begin ik aan dingen te rommelen, terwijl de kinderen ademloos in de klas zitten.
Even later kom ik naar buiten met de oude paars-gifgroene vintage backpack waar mijn vader vroeger mee op reis ging op mijn rug, met een uitstekende vuilniszak aan de bovenkant.
Wat zou dat nou zijn?
De kinderen mogen er om de beurt aan voelen.
Is het een plank? Of een kast misschien? Of toch een televisie?
Hey, wacht eens, je kunt het indrukken. Er zitten toetsen op. We doen de vuilniszak er vanaf en dan komt het ding tevoorschijn: het is een keyboard!
Maar wacht, hoe krijgen we het keyboard aan? Oh nee, er zit geen adapter bij. Zouden we die ook kunnen teleporteren?
Even later komt een van de kinderen enthousiast het magazijn uit lopen. “Ja, meester, er ligt echt een adapter in het magazijn!”
Na het keyboard even bekeken te hebben, vertel ik de leerlingen dat we deze schooldag een paar keer iets leuks gaan doen met het keyboard. Maar ik houd nog even geheim wat het is. Het is tenslotte bedoeld als een HOOK. 😉
Dan nu een voorbeeld van een HOOK bij oudere leerlingen:
Voorbeeld 2: Rocken met meester Nico
Bij de oudere leerlingen heb ik ook allerlei HOOKS die ik inzet aan het begin van de dag. Een leuke HOOK die ik weleens toepas, is een muziekles over het maken van een popnummer. In deze muziekles ontdekken de leerlingen hoe een popnummer wordt opgebouwd én gaan ze zelf een popnummer maken.
We starten met een YouTube-video met een optreden van een band waarin ik een aantal jaar geleden speelde. Ik vertel de leerlingen dat ik graag muziek maak en wijs daarbij naar het digibord waarop de video van mijn oude bandje klaar staat.
Maar ik speel de video niet af. “Het is namelijk een video van een tijd geleden,” laat ik de leerlingen weten, “en ik zie er heel anders uit. Het is vrij gênant!” De kinderen beginnen te lachen. Uiteraard zeggen ze: “Jawel, meester! We willen de video zien!”
“Weten jullie het zeker? Dan mag je mij niet uitlachen, hè,” zeg ik met een knipoog. “Tuurlijk niet, meester, beloofd!” Dan kijken we de video van mijn oude bandje.
Video-break! Oké, nu hoor ik je denken: “Kom op met die video, Nico…” All right, all right, daar gaan we dan. Hier komt de video van mijn oude bandje en dan vertel ik je zo verder over de HOOK:
PS We doen hier mee aan het Fries Songfestival met een nummer genaamd “Streaming fan it Wetter”. Dus sit der net oer yn as jo de tekst net begripe. It hindert neat jer 😉
Op een moment dat alle bandleden in beeld zijn, zet ik de video op pauze en mogen de leerlingen raden wie ik ben in de band. Is het de drummer? De toetsenist? Of toch de gitarist? Antwoord: ik ben… de toetsenist!
Meestal gaat er dan een golf van verbazing door de klas.
(De leerlingen gokken het vaak fout, omdat ik er heel anders uitzag destijds. Ik had een bos krullen op m’n hoofd en was graatmager, lijkbleek en had nog geen opgepompte chest. Waarom ik er zo uitzag, vertel ik je nog wel een andere keer. Het is nogal een triest verhaal en ik wil de sfeer nu niet bederven.)
Wanneer de leerlingen zijn bijgekomen van de schok, stap ik over op een muzikale activiteit die de leerlingen in groepjes gaan doen: het maken van een beat voor ons popnummer. Ter inleiding vraag ik de leerlingen zich te focussen op wat de drummer in de video doet. Welke onderdelen van het drumstel gebruikt hij het meest? En kunnen we zijn ritme nadoen met onze handen en voeten?
Als er laptops en tablets in de klas aanwezig zijn, geef ik de leerlingen vervolgens de volgende opdracht:
“Jullie gaan in groepjes proberen de beat van de drummer uit mijn band zo precies mogelijk na te maken met behulp van het programma “Muziekmaker” dat je kunt vinden via Google. Welk groepje maakt een beat die het meest lijkt op de beat uit de video van mijn band?”
Enthousiast gaan de leerlingen aan de slag met het maken van de beat.
De leerlingen ontdekken bij deze muzikale opdracht hoe een beat in essentie wordt opgebouwd en welke onderdelen van het drumstel een drummer het meest gebruikt om een beat te maken.
Tot slot laten we de beats aan elkaar horen en vergelijken we de beats met die van de drummer uit de video van mijn band. “Met deze beat hebben we de fundering gelegd van ons popnummer,” vertel ik. “Later op de dag gaan we andere instrumenten toevoegen, zoals de piano.” En daarbij laat ik het dan voor nu. Het gaat tenslotte om een HOOK om de leerlingen wakker te schudden. 😉
Vaak werkt een HOOK bijna letterlijk betoverend op leerlingen. Begin de schooldag als invaller het liefst met een HOOK zodat je de leerlingen erbij hebt vanaf het eerste moment. Nu denk je misschien:
Hoe ga je dan verder? Een HOOK is toch niet voldoende om de schooldag soepel te laten verlopen?
Volkomen juist. In de tweede tip voor invallers vertel ik nog iets anders wat heel belangrijk is bij de start van de schooldag.
Tip 2: Wees GLASHELDER over je verwachtingen
All right, je bent de schooldag SPECTACULAIR begonnen met een HOOK. Maar hoe nu verder?
Met je indrukwekkende introductie heb je inmiddels goed de aandacht van de groep gegrepen. De leerlingen zijn enthousiast en kijken uit naar wat je verder in petto hebt deze schooldag. Top. Maar niet te vroeg gejuicht.
Nu is het belangrijk even tot de ernst van de dag te komen. Geen zorgen, dat klinkt zwaarder dan het is. Ik bedoel het volgende:
Als invalleerkracht wil je GLASHELDER zijn over je verwachtingen van de leerlingen.
Duidelijkheid geven over afspraken is een ESSENTIEEL onderdeel bij de start van de dag. Want hier is namelijk een geheim van kinderen dat je al kent:
Kinderen willen jou als invaller eigenlijk helemaal niet een vervelende schooldag bezorgen.
De kinderen hebben net als jij behoefte aan een gemoedelijke schooldag. Maar… Er zijn wél kids die je graag even testen. Sommige kinderen zoeken de grens op van wat bij jou als invaller wel en niet kan. En je weet wat ze zeggen: “Voorkomen is beter dan genezen.” Daarom is het het cruciaal dat jij als invaller vanaf moment één met de leerlingen bespreekt wat je van hen verwacht.
Een sleutelfactor voor een gemoedelijke schooldag is het glashelder bespreken van je verwachtingen.
Sta er dus van tevoren bij stil wat jij als invaller belangrijk vindt tijdens de schooldag.
Is het belangrijk dat het tijdens een werktijd helemaal stil is? Of mogen de leerlingen wel fluisterend overleggen? En welk signaal gebruik je om te laten weten dat je klassikaal iets gaat bespreken?
Belangrijk detail: Zorg ervoor dat je dit “formele” gedeelte over afspraken zo beknopt en FLITSEND mogelijk houdt. Dan blijven de afspraken beter hangen bij de leerlingen.
(Meestal bespreek ik de afspraken in slechts enkele minuten.)
Onthoud: Afspraken zorgen voor duidelijkheid, maar een waslijst aan afspraken zorgt in het hoofd van de leerlingen alleen maar voor een brei aan vaagheid. Houd het daarom bij een stuk of drie afspraken waarvan je vindt dat die echt cruciaal zijn om te benoemen.
Daarnaast maak ik bij deze formele bespreking van de gelegenheid gebruik om de leerlingen te laten weten wat ze van MIJ als leerkracht kunnen verwachten. Voor de leerlingen ben jij als invaller immers een onbekend persoon. Het is voor kinderen veelbetekenend als ze zien dat jij er als leerkracht écht voor hen bent.
Zo vertel ik de leerlingen expliciet dat ik het als mijn taak zie hen een leuke én leerzame schooldag te bezorgen. Mijn doel is dat ze aan het eind van de schooldag iets nieuws hebben geleerd en een leuke dag hebben gehad. En, bovenal, dat als er iets is, zij altijd bij mij terecht kunnen.
Tot slot sluit ik deze formele bespreking af met het benoemen van GEVOLGEN voor wanneer het goed of juist niet goed gaat. Met “gevolgen” heb ik het niet zozeer over “straffen”. Het draait hier niet om bangmakerij, maar om BEWUSTWORDING. Met deze stap bedoel ik dan ook het volgende:
Maak de leerlingen ervan BEWUST wat het hen oplevert als het goed gaat en hoe vervelend het eigenlijk is als het niet goed gaat.
Je wil eigenlijk dat de leerlingen beseffen: “Hey, eigenlijk is het veel fijner om gewoon goed mee te doen.”
Ziezo, tot zover de afspraken. Hoe nu verder?
Wat je doet na de HOOK en de AFSPRAKEN is geheel afhankelijk van het moment, het programma, de groep en jouw plannen.
Hier 5 opties om te doen:
- Doe een VRAGENRONDE. Leerlingen vinden het vaak leuk om jou als persoon vragen te stellen. Wat is je lievelingsdier? En hoe oud ben je?
- Doe een KENNISMAKINGSSPEL. Als je er één dag bent, is dit niet heel relevant. Steek vooral veel tijd in een uitgebreide kennismaking als je voor langere tijd komt invallen in een groep.
- Doe je eigen PROJECT. Ik heb het bij Tip 1 in dit artikel voor invallers gehad over beginnen met een HOOK. Echter hoef je het daar niet bij te laten. Gebruik de rest van de ochtend vooral om jouw toffe project met de leerlingen te doen (in overleg met de school).
- Begin gewoon lekker met de eerste WERKTIJD. Kinderen houden van structuur en regelmaat. Ze vinden het fijn om lekker aan het werk te gaan. Bovendien heb jij dan als invaller de ruimte om de groep te leren kennen en te ontdekken wat wel en niet geschikt is om te doen.
- Doe een korte INSTRUCTIE. Als er een taal- of rekenles op het programma staat, is het prima om daar na je HOOK en je AFSPRAKEN meteen mee te beginnen.
Over de lessen op het programma gesproken. Daarover gaat de derde tip voor invallers in het basisonderwijs.
Tip 3: Gebruik je FANTASIE
Als invaller heb je voorafgaand aan de werkdag meestal GEEN IDEE waar de lessen over gaan. Op de schooldag zelf zie je vaak pas welke lessen op het programma staan.
Hoe ga je als invaller om met de lessen op het programma?
Laat me kort iets met je delen over het geven van instructies: Eén van de hardnekkige problemen in het onderwijs is dat er een enorme focus ligt op lesgeven uit standaard lesmethodes. Veel docenten geven tegenwoordig les op de automatische piloot; lesgeven is voor veel docenten een routineklus geworden. Ze kijken in de handleiding van de lesmethode waar de les over gaat en voeren dan LETTERLIJK uit wat er in de handleiding staat.
Begrijp me niet verkeerd, er is niets mis met het gebruiken van lesmethodes. Het probleem met die lesmethodes in het onderwijs is echter: meestal is de instructie in zo’n lesmethodehandleiding…
Tsja…
Hoe zal ik het zeggen…
OERSAAI.
Toch begrijp ik het volkomen dat docenten de handleiding volgen uit de lesmethode. De werkdruk in het onderwijs ligt ontzettend hoog en je hebt als docent al genoeg aan je hoofd. Begrijpelijk dat je niet zoveel tijd kunt besteden aan het voorbereiden van een indrukwekkende instructie. Maar er is goed nieuws:
Een leuke instructie geven hoeft helemaal niet veel tijd en moeite te kosten.
Het geheim voor een leuke instructie is: ASSOCIËREN. Wat bedoel ik daarmee?
Ik zal het toelichten:
In de ochtend kom ik de klas binnen en kijk ik meteen in de handleiding van de lesmethode waar de lessen van deze schooldag over gaan.
Vervolgens maak ik bij het onderwerp van de les zoveel mogelijk ASSOCIATIES.
Daarbij stel ik mezelf de vraag:
Wat kan ik doen om deze instructie LEUK en LEERZAAM te maken?
Laat me je een paar voorbeelden geven:
Voorbeeld 1: Een DRONEVLUCHT boven Amsterdam
Een tijdje geleden was ik twee dagen achter elkaar in een groep 3 in Amsterdam. Aan het eind van de eerste dag kijk ik alvast in de lesmethode om te zien waar morgen de les over gaat. De taalles gaat morgen over de letter OU, maar ik zie meteen dat de instructie in de standaard lesmethode niet veel impact zal maken op de leerlingen.
Dus ik besluit de fantasiekwab in m’n docentenbrein aan het werk te zetten. Dan kom ik op een idee: we gaan een dronevlucht maken boven Amsterdam waarbij we op zoek gaan naar voorwerpen met de letter OU.
De volgende ochtend zitten de leerlingen nietsvermoedend in de kring. We zijn net klaar met het bespreken van het programma van de dag als plotseling het digibord achter me begint te flitsen.
“Meester, kijk, het schoolplein!”
“Nee, we zijn nu in het klaslokaal,” zeg ik alsof m’n neus bloed, “in de pauze gaan we pas naar het schoolplein.”
“Neeeee, meester, kijk eens achter je! Op het digibord!”
Ik draai me om en val demonstratief bijna van mijn stoel van verbazing.
“Het is Kabouter Plop op het schoolplein!” roep ik, “en volgens mij heeft hij onze hulp nodig.”
Kabouter Plop vertelt ons dat hij voorwerpen is kwijtgeraakt in Amsterdam. Kunnen wij hem helpen de voorwerpen te vinden? We gebruiken een drone om de voorwerpen te zoeken in Amsterdam.
“Zijn jullie er klaar voor?” vraag ik aan de groep. “Jaaaa!” roepen de kinderen. Op dat moment geef ik een ruk aan het draadloze toetsenbord en doe ik net alsof ik opzij val bij het opstijgen van de drone.
Bij de dronevlucht boven Amsterdam komen we allerlei voorwerpen tegen met de letter OU. Iedere keer dat we een voorwerp vinden, spellen we het woord.
“t-ou-w.”
“k-ou-s.”
“g-ou-d.”
Aan het eind van de dronevlucht landen we de drone weer op het schoolplein en nemen we afscheid van Kabouter Plop.
Een tijdje later is het buitenpauze. “Kom, jongens en meisjes, buitenpauze,” zeg ik, “we gaan kijken of de drone nog op het schoolplein staat!” Ik weet het, als docent moet je leerlingen niet in sprookjes laten geloven, maar af en toe is het leuk een vleugje fantasie te bewaren. 😉
Te gek, zo’n dronevlucht boven Amsterdam als instructie bij een les over de letter OU. Maar wat als je geen PowerPoint met een dronevlucht paraat hebt? Hoe pak je het aan als je de ochtend voor de schooldag pas de lesmethode kunt doorlezen? Met een beetje fantasie is het wel degelijk mogelijk binnen enkele minuten een verrassende instructie te verzinnen. Ik zal een voorbeeld geven.
Voorbeeld 2: Een rekenles met GOOGLE MAPS
Laatst was ik in een klas waarbij een rekenles op het programma stond over het metriekstelsel. De leerlingen moeten meters omzetten in kilometers en andersom. De gebruikelijke instructie is zoals gebruikelijk nogal saai, dus begin ik te ASSOCIËREN over het onderwerp. Hmm, eens denken, meters omzetten in kilometers. Dan schiet me iets te binnen: Google Maps!
Bij de start van de instructie pak ik Google Maps erbij waarop ik de leerlingen hun school in Amsterdam laat zoeken. Ter introductie van het lesonderwerp typ ik vervolgens mijn geboorteplaats in – Leeuwarden – en laat ik de leerlingen de afstand van school naar Leeuwarden vanuit kilometers omzetten in meters.
Daarna geef ik ze de volgende opdracht:
Zoek de school op in Google Maps. Bepaal de route en de afstand van school naar je eigen huis. En zet het aantal kilometers om in meters, zodat je weet hoeveel meter je moet lopen van huis naar school.
Tip voor invallers! Zijn er laptops of tablets op school aanwezig? Laat de leerlingen het zelf doen!
En – Hop! – je hebt in een handomdraai een eenvoudige doch leuke instructie bij de rekenles.
Tsja, laten we eerlijk zijn: de instructie die ik hierboven beschrijf is geen Joop van den Ende Productie. Toch zijn de leerlingen enorm enthousiast als je ze verrast met een instructie die net even anders is! Goed, nog één voorbeeld:
Voorbeeld 3: De les van vandaag gaat over… Emma!
Een paar weken geleden stond er een les op het programma over een spellingsregel: woorden met de dubbele medeklinker. Zoals je inmiddels wel verwacht: de instructie in de lesmethode is behoorlijk standaard en saai.
Dus, je raadt het al: ASSOCIËREN maar. Daarbij kom ik op het idee de spellingsregel op de namen van de leerlingen te betrekken. Bij de start van de instructie zeg ik:
“Jongens en meisjes, de taalles van vandaag gaat over… Emma!”
Emma, kijkt me verbaasd aan. “Over mij???” zegt ze met een grijns op haar gezicht.
“Ja, want hoe spel je jouw naam?”
Emma begint te spellen: “e-m-m-a…”
“En waarom spel je het met dubbel m?” vraag ik.
“Omdat je de korte e-klank hoort en niet Eeeeeema.” legt Emma uit.
“Precies!” zeg ik, “en over die regel gaat de les van vandaag.”
In hun tafelgroepje maken de leerlingen vervolgens een lijstje met alle namen van klasgenoten die de regel van de dubbele medeklinker in hun naam hebben.
(Als er in de klas bijna geen namen met deze regel zijn, laat ik ze een lijstje maken met familie en vrienden.)
Wederom, ook deze instructie is qua DIDACTIEK geen hogere wiskunde. Maar de leerlingen vinden het fantastisch als je een les op hen betrekt. Het enthousiasme dat in de groep ontstaat door jouw verrassende instructie, is een uitstekend uitgangspunt om vervolgens de werktijd te beginnen. Stel jezelf als leerkracht dus regelmatig de vraag: Wat kan ik doen om deze instructie LEUK en LEERZAAM te maken?
Tip 4: Ontwerp je eigen TOOLKIT
Het is één van de meest gehoorde opmerking van docenten over invallen:
Is het niet lastig om als invaller van tevoren helemaal niet te weten wat je te wachten staat?
En, toegegeven, soms is dat ook zo. Als het digibord even niet meewerkt of als het even niet duidelijk is wat nu precies de werkwijze is in een klas, dan kan dat best even stressvol zijn.
Echter is er een LEUKE manier om met de “onzekerheid” van het invallen om te gaan.
Wat ik nu met je ga delen, vind ik ook meteen het allerleukste aspect aan invallen in het basisonderwijs. Sterker nog, het is eigenlijk DE reden dat ik invalleerkracht ben geworden. Ik heb het over: het ontwerpen en geven van je eigen lessen. Niet alleen omdat leerlingen het fantastisch vinden als je je eigen les hebt meegenomen. Misschien nog wel belangrijker is het volgende:
Als invaller (en eigenlijk ook als groepsleerkracht) heb je de vrijheid en VERANTWOORDELIJKHEID leerlingen te inspireren over cruciale onderwerpen waar ze normaalgesproken nooit over leren in het onderwijs.
Er is namelijk iets zeer, zeer, zeer, zeer, zeer kwalijks dat ik met je wil delen: In het onderwijs is sprake van een ontzettend beperkt curriculum.
Met alle gevolgen van dien:
Leerlingen leren de ene na de andere grammaticaregel, terwijl ze vrijwel NIETS leren over cruciale onderwerpen als geluk, gezondheid, charisma, filosofie en allerlei andere dingen die ieder mens nodig heeft in het leven.
Het fantastische voordeel van invallen in het basisonderwijs is dat je veel VRIJHEID hebt om onderwijs te betoveren met jouw eigen visie op onderwijs. En van de vrijheid die jij hebt als invaller wil je gebruikmaken! Want, ik zeg het niet graag, maar voorlopig is dit de realiteit van de dag in het onderwijs:
Voor iedere Legendarische Docent zijn er ook 1000 docenten die het doen “zoals het hoort”.
Tsja, laten we eerlijk zijn: Het verbeteren van onderwijs is nu eenmaal een traag proces. Het duurt nog wel even voordat we het onderwijssysteem een succesvolle metamorfose hebben gegeven…
Echter is invallen een zeer flexibele en LAAGDREMPELIGE manier om aan die transformatie van onderwijs bij te dragen! Neem als invaller de VERANTWOORDELIJKHEID om hoogstpersoonlijk bij te dragen aan een transformatie van onderwijs.
Draag bij aan onderwijsverbetering door je eigen lessen te ontwerpen en geven over belangrijke onderwerpen die in het onderwijs worden genegeerd.
Zie jezelf als een soort rondtrekkende, educatieve theaterproductie. Persoonlijk heb ik als invaller door de jaren heen een TOOLKIT opgebouwd met leuke lessen en ook een aantal projecten die je over verschillende dagen kunt verspreiden. Hier een greep uit mijn eigen toolkit met lessen en andere materialen:
Regelmatig pik ik er een les uit die ik meeneem naar een school waar ik die schooldag kom invallen.
Even tussendoor: Ben je benieuwd naar mijn lessen en bijbehorende anekdotes? Download het gratis e-book MEESTER MET MISSIE IN DE PRAKTIJK:
Met m’n “leskoffer” heb ik als doel gesteld alle belangrijke kennisgebieden en vaardigheden des levens te “coveren”. Denk aan gezondheid, geluk, autodidactiek, storytelling, ondernemen, musiceren, acteren en noem het maar op.
Zo vormt je leskoffer als het ware een holistisch onderwijscurriculum, waarmee je leerlingen lesgeeft in alles wat ertoe doet in het leven.
Welke les uit de leskoffer ik meeneem, is uiteraard afhankelijk van de groep waar ik kom invallen.
Tip voor Invallers! Breng de teamleden van de school ervan op de hoogte dat je een eigen les hebt meegenomen en vraag van tevoren of het goed is dat je je eigen les geeft. Meestal vinden ze het hartstikke leuk!
En, ja, het maken van je eigen lessen kost vrije tijd. Een tijdje geleden zat ik bijvoorbeeld elk weekend lessen in elkaar te knutselen. En nog steeds doe ik dat regelmatig. Ook omdat ik het gewoon heel leuk werk vind. Maar vergis je niet. Het grote voordeel van je eigen toolkit met lessen en andere materialen is:
Zodra je eenmaal een grote leskoffer hebt opgebouwd, heb je daar de rest van je carrière als docent profijt van!
Inmiddels heb ik voor iedere groep – van groep 2 tot en met groep 8 – voldoende lessen om een aantal dagen achter elkaar leuke schooldagen te verzorgen, zonder al te veel voorbereidingstijd. En dat geeft me als invaller iets om op terug te vallen. Er is ook nog een ander groot voordeel aan het meenemen van je eigen lessen:
Het geven van je eigen lessen maakt het eenvoudig om de regie te houden over de schooldag.
Wanneer ik mijn eigen lessen geef, weet ik wat er gaat gebeuren en hoe het eraan toe zal gaan. En dat geeft mij als invaller een stukje houvast. Het kost even werk om leuke lessen en materialen te maken, maar daar heb je dan ook keer op keer profijt van!
Tip 5: Houd het RUSTIG
Ziezo, inmiddels hebben we besproken:
- hoe je de schooldag kunt starten met een HOOK,
- hoe je leerlingen duidelijkheid geeft over je VERWACHTINGEN en wat je verder doet tijdens de start van de dag,
- hoe je INSTRUCTIES uit standaard lesmethodes binnen een handomdraai leuk en leerzaam maakt,
- en kun je aan de slag met het samenstellen van je eigen TOOLKIT met leuke lessen en andere materialen.
Daarmee zijn we bijna aan het eind van dit artikel beland over invallen in het basisonderwijs. Toch is er nog één essentiële tip voor invallers die ik je wil meegeven. Misschien wel het belangrijkste om als invaller te onthouden, is het volgende:
Houd het rustig.
Oh, nee, ik bedoel niet dat je ervoor moet zorgen dat het continu super rustig is in de klas. Ja, dat is ook relaxed. Maar wat ik bedoel, is het volgende:
Blijf chill, wat er ook gebeurt.
Het hoort nu eenmaal bij het vak als invaller in het basisonderwijs dat je tijdens een gemiddelde werkdag voor onverwachte obstakels komt te staan. Sta er maar eens bij stil:
Je staat als onbekend persoon voor een groep van een stuk of 25 kinderen die je nog niet kent, waar jij die dag de leiding over hebt.
Met die 25 kinderen begeef je je in een LEEROMGEVING die regelmatig te wensen overlaat. Je zit immers praktisch in een “hok”, volgebouwd met enkel schoolbanken.
Op het programma staan methodelessen waarvan je stiekem weet dat leerlingen deze meestal niet leuk (lees: OERSAAI) vinden. (Tenzij je natuurlijk je eigen TOOLKIT meeneemt.)
En vergeet niet dat je uiteindelijk ook nog eens te dealen hebt met een schadelijk onderwijssysteem dat in z’n algemeenheid zeer NEGATIEVE EFFECTEN heeft op leerlingen.
Tsja, dan kunnen er tijdens een schooldag altijd dingen gebeuren die je niet prettig vindt en die onrust bij je oproepen. En dat is oké. Het hoort erbij. Blijf rustig. En houd het luchtig. Onthoud dat het van ontzettend veel MOED getuigt dat je invaller bent in het basisonderwijs. En collega’s op scholen zijn alleen maar onwijs DANKBAAR dat je er bent.
Maar wat als je dan toch een keer een heel vervelende schooldag hebt?
Dan ga je ’s middags gewoon met gierende banden naar huis en doe je het de volgende schooldag met een gerust hart opnieuw. Ook dat is een voordeel van invallen in het basisonderwijs: je krijgt iedere werkdag opnieuw de mogelijkheid er een fantastische schooldag van te maken voor de leerlingen.
En dat lijkt me een mooi slotakkoord om dit artikel over invallen in het basisonderwijs mee af te sluiten.
Oh, voordat je de pagina verlaat…
Er komt nog een kleine toegift…
Bonustips: Praktische handreikingen voor invallers
Voordat je erop uit gaat om leerlingen een onvergetelijke schooldag te bezorgen, wil ik je nog iets geven. Ik heb nog een paar bonustips voor je die niet veel beschrijving nodig hebben, maar die wel cruciaal zijn om in dit artikel met je te delen.
Hier zijn nog enkele praktische tips voor invallers:
- Vraag KINDEREN om hulp. Als invaller hoef je echt niet continu de wijsheid in pacht te hebben. Sterker nog, dat is onmogelijk. En de kinderen weten zelf heel goed hoe het eraan toe gaat in de klas. Vraag ze dus gerust om hulp. Ze vinden het ontzettend leuk om de meester of juf te helpen.
- Doe je best om de NAMEN van de kinderen te leren. Als invaller ben je soms maar één of twee dagen in een groep. Probeer alsnog zoveel mogelijk de namen van de leerlingen te leren en toon interesse in de leerlingen. Laat zien dat jij er écht voor hen bent.
- Doe regelmatig een TIME-OUT. Sta regelmatig met de leerlingen stil bij hoe het tot dusver gaat. Bespreek de goede punten en verbeterpunten. Dit maakt de leerlingen bewust van hun gedrag en verantwoordelijk voor het verloop van de schooldag.
- Wees FLEXIBEL als een verlepte augurk. Dit is misschien een ietwat gekke manier om het te omschrijven, maar als invaller moet je nu eenmaal ENORM flexibel zijn. Geen handleidingen aanwezig? Onverwacht een ander programma? Of zelfs een andere groep? Dat hoort erbij. Onthoud: houd je hoofd cool, het komt vanzelf goed.
- Laat het lokaal NETJES achter. Het is fijn als er de volgende schooldag weer gewerkt kan worden in een schoon en fris klaslokaal. Zorg ervoor dat die verfklodders en snotresten van de tafels zijn verwijderd.
- Schrijf een (korte) OVERDRACHT. Voor de volgende leerkracht is het fijn om te weten wat er is gebeurd en wat je wel en niet hebt gedaan. Schrijf daarom een korte doch duidelijke overdracht. Persoonlijk maak ik altijd een overdracht met tenminste de ACTIVITEITEN die ik wel of juist niet heb gedaan en een stukje over LEERLINGEN die opvielen.
En dat waren ze dan: de 5 tips (+ bonustips) voor invallers om er een fantastische schooldag van te maken.
Ik hoop dat de tips je hebben geholpen vol enthousiasme en zekerheid als invaller aan de slag te gaan in het onderwijs.
Wil je graag meer praktische tips over lesgeven? Of ben je benieuwd naar mijn lessen en anekdotes als leerkracht?
Dan heb ik iets interessants voor je.
In het e-book MEESTER MET MISSIE IN DE PRAKTIJK geef ik je mijn 7 beste lessen en verhalen als schoolmeester.
Oh ja, het is gratis 😉
Download het e-book gratis via de gele knop hieronder:
Veel plezier en spreek je later,
Nico
leuk artikel !