“Elk kind begint als een van nature geboren wetenschapper, en dan slaan we het eruit. [Slechts] een paar druppelen door het systeem met hun verwondering en enthousiasme voor de wetenschap nog intact.“
– Carl Sagan
Als mensen worden we geboren met een vraatzuchtige behoefte om te leren. Er is geen enkel kind dat niet wil of kan leren!
Wanneer we spreken van leerproblemen, heeft dat vaak niet zozeer te maken met leren, maar met ONDERWIJS. Dat is de tijd dat we besluiten leren SYSTEMATISCH te maken.
Leerlingen hebben niet zozeer problemen met LEREN, maar met onze DIDACTIEK (de manier waarop we leren organiseren in het onderwijs).
Helaas negeert de mechanische didactiek in het onderwijs alle natuurlijke leerbehoeften van leerlingen. (Daarover straks meer.)
Hoe verbeteren we de didactiek in het onderwijs?
In dit artikel krijg je 7 Didactische Tips om Didactiek te Verbeteren in het Onderwijs. Je leert waarom de huidige didactiek in het onderwijs niet werkt én hoe we succesvolle didactische werkwijzen kunnen toepassen in het onderwijs.
Tip 1: Hoe onderwijs bijdraagt aan een LEER-ALLERGIE
Laten we om te beginnen inzoomen op de gebruikelijke didactiek in het onderwijs.
Hoe ziet didactiek eruit in het onderwijs? En wat maakt dat de traditionele didactiek niet wenselijk is?
Het interessante aan mijn werk als invalleerkracht in het basisonderwijs is dat ik kan rondneuzen in alle groepen en op allerlei verschillende scholen. De ene dag werk ik met de kleuters en de andere dag met pre-pubers die op het punt staan naar de middelbare school te gaan.
Het contrast waar ik me nog het meest over verwonder, is de overgang van groep 2 naar groep 3…
Als ik in groep 2 om me heen kijk, zie ik overal kinderen enthousiast spelen en leren. Er wordt geschilderd, gebouwd, geknutseld, gepuzzeld en zelfs fanatiek geschreven en gerekend.
Wat heerlijk om met zoveel plezier te kunnen leren op school.
Maar, helaas pindakaas…
In groep 3 is het afgelopen met de pret. Spelenderwijs leren zoals in de kleutergroep is er niet meer bij. Je krijgt voor het eerst je eigen tafel waarop om de haverklap een nieuw boek of schrift voor je neus wordt geschoven.
Dat allereerste uurtje in groep 3 is het natuurlijk fantastisch; je eigen tafeltje, je eigen werkschriften, je eigen potlood en je eigen gum. Maar na een paar uur heb je het wel gezien… “Wanneer mogen we spelen, meester?”
Het valt me iedere keer weer op:
Wanneer ik lesgeef in groep 2, dan zie ik overal jonge kinderen spelenderwijs leren. Wanneer ik lesgeef in groep 3, dan zie ik overal jonge kinderen die spelenderwijs willen leren, maar het niet meer mogen.
Het slechte nieuws is: Eenmaal in de schoolbanken kom je er voorlopig niet meer uit…
Het maakt niet uit of je leerling, scholier of student bent…
In het onderwijs leer je voornamelijk door:
- te LUISTEREN naar een docent voor de klas.
- te LEZEN in standaard schoolboeken (met kennis die vanzelfsprekend als belangrijk en betrouwbaar wordt aangenomen).
- de opgedane kennis te REPRODUCEREN in standaard werkboeken of schriften.
- en de gehoorzaamheid aan dit proces te BEWIJZEN in de vorm van gestandaardiseerde toetsen.
Dagelijks staat het programma op de basisschool vol met taal- en rekenlessen die worden gegeven aan de hand van lesmethodes met keer op keer dezelfde statische didactische werkwijze.
Ook de uitzonderlijke wereldoriëntatielessen – Aardrijkskunde, Geschiedenis en Natuur & Techniek – zijn hier geen uitzondering op. Van “oriënteren op de wereld” door onderzoeken, ontwerpen, filosoferen, kritisch denken en ontdekken is niet tot nauwelijks sprake.
Met de enorme lappen tekst en de meerkeuzevragen die leerlingen krijgen voorgeschoteld, lijken de lessen in wereldoriëntatie verdacht veel op gecamoufleerde lessen in Begrijpend Lezen.
Het verkennen van de wereld gebeurt in het onderwijs voornamelijk via lappen tekst:
Luisteren, lezen, schrijven en reproduceren. Dat is waar het om gaat in traditioneel onderwijs.
Het merkwaardige is dat vrijwel niemand in de samenleving met de leerlingen in het onderwijs zou willen ruilen. Niemand kiest ervoor om zo systematisch, eenzijdig en onderdanig les te krijgen. En toch doen we het de jonge mensen in onze samenleving aan.
We zetten ze in een klaslokaal en zeggen:
‘Dit is wat ik wil dat je leert. Het is belangrijk. Doe het.’
En leerlingen weten dat het niet waar is, dat we diep van binnen geen waarde hechten aan deze manier van leren. Geen wonder dat ze storen, verveeld zijn of afhaken.
Er heerst een grote misvatting over didactiek in het onderwijs.
We denken dat onze systematische didactiek effectief is om leerlingen dingen te leren, terwijl het vooral effectief is in het stimuleren van een LEER-ALLERGIE. Tegen de tijd dat leerlingen de school mogen verlaten, hebben velen een grote afkeer opgebouwd tegen leren door de manier waarop wij ze onderwijzen.
De didactiek in het onderwijs leidt bij veel leerlingen tot aangeleerde hulpeloosheid.
De enige manier waarop je kunt voorkomen dat een kind leert lezen én het leuk gaat vinden, is door het te leren zoals we het nu leren.
Tip 2: Een belangrijke les uit het beroemde gat-in-de-muur experiment
Misschien heb je weleens gehoord van het gat-in-de-muur-experiment (The Hole-In-The-Wall-Experiment) van Sugata Mitra. Dit interessante experiment was oorspronkelijk bedoeld om de invloed van technologie op leren te meten. Maar uit het experiment kwam ook nog een andere belangrijke les over onderwijs…
Kijktip! Het Gat-In-De-Muur-Expertiment van Sugata Mitra geeft veel belangrijke inzichten over leren en onderwijs:
Het idee van het experiment is eenvoudig: Sugata plaatst een computer met internetverbinding in een muur in een sloppenwijk en verdwijnt…
(Om de mogelijke effecten het duidelijkst zichtbaar te maken, voert Sugata het experiment uit in achterstandsbuurten, waar computers niet vanzelfsprekend zijn.)
Al gauw komen nieuwsgierige kinderen erop af. Samen beginnen ze de computer in de muur te ontdekken…
En hoe simpel dit experiment ook lijkt, de resultaten van het experiment hebben een schokgolf teweeggebracht…
Om een paar voorbeelden van resultaten te noemen:
- Zonder enige vorm van begeleiding leerden de kinderen zichzelf Engels.
- Tienjarigen hielden zich bezig met biotechnologie.
- Kinderen bedachten originele oplossingen voor geavanceerde wetenschappelijk en technische problemen.
Eén computer, een uitdagende opdracht en eventueel nog een scheutje aanmoediging, meer is er niet nodig om kinderen tot verbluffende leerresultaten te brengen. Onmogelijk? Professor Sugata Mitra bewijst keer op keer – ook tot zijn eigen verbazing – dat het werkt.
Om met de woorden van Sugata Mitra te spreken:
“Iets anders wat deze kinderen zeiden, wat klonk als muziek in mijn oren: ‘Je hebt ons een machine gegeven die alleen in het Engels werkt, dus moesten we ONSZELF Engels LEREN.’ Het was de eerste keer dat ik de woorden ONSZELF LEREN zo terloops hoorde.”
Het punt is:
Kinderen zijn geboren leermachines; monteer een computer in een muur en ze leren VANZELF!
Neem alleen al taal. Tegen de tijd dat ze twee of drie jaar oud zijn, leren de meeste kinderen opmerkelijk vloeiend spreken. En als je een ouder bent, weet je dat dit niet het resultaat is van traditioneel schools leren.
Jonge kinderen absorberen taal door eraan te worden blootgesteld. Natuurlijk kun je ze onderweg stimuleren, corrigeren, aanmoedigen en complimenteren, maar je hebt niet een moment dat je ze neerzet en zegt:
“Luister, lieverd, we moeten praten. Of, om het specifieker te zeggen, JIJ moet praten.”
Dat is niet hoe het werkt. En taal is slechts een voorbeeld van de enorme capaciteit die we allemaal hebben om te leren.
Ik bedoel niet te zeggen dat we leerlingen aan hun lot moeten overlaten. Wat Sugata Mitra aantoont, is dat leren niet draait om een systematische didactische aanpak, maar om het bieden van de juiste omstandigheden om ZELF te leren.
Didactiek is in de eerste plaats niet een systematisch aanpak van onderwijzen, maar het bieden van een rijke leeromgeving waarin leerlingen zelfstandig kunnen leren.
Oftewel, goed onderwijs begint met een “voorbereide leeromgeving”. Daarmee bedoelen we een leeromgeving waarin leerlingen in principe alle middelen hebben om te leren zonder tussenkomst van een volwassene.
Neem bijvoorbeeld Montessorionderwijs. Eén van de belangrijkste kernpunten van Montessorionderwijs is zelfstandig leren leren in “een voorbereide leeromgeving”. Op een Montessorischool is de leeromgeving zo ingericht dat leerlingen zich in hoge mate zelfstandig kunnen redden. Ze kiezen werkjes uit de taalkast, de rekenkast of ander aanwezig materiaal en plannen zelf wanneer ze wat doen.
Maar als didactiek in beginsel draait om een voorbereide leeromgeving, is kennisoverdracht dan helemaal niet belangrijk?
Kan onderwijs zonder traditionele didactiek?
Laten we die vraag eens onderzoeken…
Tip 3: Kan onderwijs ZONDER didactiek? (Een kijkje op De Sudbury School)
We maken een uitstapje naar De Sudbury Valley School in Amerika. Deze school is opgericht in 1968 en is de voorloper van wat we nu kennen als Democratisch Onderwijs.
De Sudbury Valley School is op didactisch gebied een vreemde eend in de bijt. Ze doen er het tegenovergestelde van wat er in het traditioneel onderwijssysteem gebeurt:
De Sudbury School hanteert geen didactiek.
Tenminste, de didactiek is dat er geen didactiek wordt gehanteerd. Leerlingen mogen zelf weten HOE en WAT ze gaan leren. Of geen van beide, want er HOEFT niets.
Maar wat doen de leerlingen dan op deze school?
Laatst las ik het boek De Vrijheid van de Sudbury Valley School. Het is fascinerend om te lezen hoe kinderen op deze school floreren, juist doordat ze worden vrijgelaten.
Een interessante anekdote in het boek gaat over hoe de kinderen op deze school in 20 lesuren de leerstof van rekenen leerden die kinderen op een reguliere school in 6 jaar leren. Wat was het geheim? Het werd de kinderen niet door de strot gedrukt met eindeloos dezelfde vermoeiende lessen. In plaats daarvan kwamen de kinderen op een punt dat ze intrinsiek tot op het bot gemotiveerd waren om te leren rekenen. En hun motivatie leidde ertoe dat ze in 20 lesuren door de lesstof van rekenen heen waren!
Op andere democratische scholen zie je vergelijkbare ervaringen. Zoals de directeur van de voormalig Sudbury School in Harderwijk zei:
“Kinderen hoeven bij ons niet te lezen, te schrijven of te rekenen, en TOCH leren ze ALLEMAAL lezen, schrijven en rekenen.”
Dat is de paradox:
Leerlingen wordt niet opgelegd wat belangrijk is, maar ze ontdekken het zelf, waardoor ze er met veel meer enthousiasme en veel minder moeite over leren.
De leerprocessen van de leerlingen hebben daardoor een veel grotere intensiteit.
Bovendien voorkom je op deze manier problemen die geen problemen zijn…
Het boek “De Sudbury Valley School Experience” beschrijft dat de school nooit een geval heeft meegemaakt van dyslexie. De reden zou kunnen zijn dat er heel toevallig nooit een leerling op school heeft gezeten met leesproblemen, maar dat is nogal onwaarschijnlijk.
Veel groter is de kans dat het komt doordat op een Sudbury School geen dwang ligt op het leren lezen. En dat alsnog iedereen, zonder uitzondering, leert lezen. De ene op zijn vierde en de ander wat later. Maar wie zou dat een worst wezen tegen de tijd dat het zover is?
De Sudbury School is slechts één van de vele voorbeelden die laten zien dat het werkt leerlingen vrijheid te geven in leersituaties.
Overgelaten aan hun eigen leervermogen gaan ze opties onderzoeken en keuzes maken die we niet voor hen kunnen en mogen maken.
En als volwassenen zijn we daar geen uitzondering op…
Ga maar na: Hoe leer jij als je aan jezelf bent overgelaten? Door te worstelen, te ploeteren, door andere mensen om hulp te vragen, door anderen te analyseren, door te netwerken, door boeken te zoeken, door jezelf te blijven pushen, tot het je is gelukt.
Leestip! Wil je meer leren over alternatief onderwijs? In mijn artikel over Alternatief Onderwijs krijg je 9 Alternatieven voor Regulier Onderwijs (+ 5 succesvolle principes van alternatief onderwijs om een geschikte school te herkennen én vinden in je regio).
Tip 4: De BASISVOORWAARDEN van succesvolle didactiek
Laten we even de balans opmaken:
- De Sudbury School hanteert geen traditionele didactiek en is didactisch gezien succesvol.
- Het gat-in-de-muur-experiment hanteert geen traditionele didactiek en is didactisch gezien succesvol.
- Montessorionderwijs hanteert geen traditionele didactiek en is didactisch gezien succesvol.
- De kleuterklas hanteert geen traditionele didactiek, maar jonge kinderen leren in die tijd gigantisch veel en met veel enthousiasme.
Hoe kan het dat deze “didactische buitenbeentjes” succesvol zijn? Kunnen we er enkele didactische principes uit ontleden?
Het lijkt misschien alsof deze didactische voorbeelden werken omdat ze in traditionele zin geen didactiek hanteren, maar dat is schijn…
Als je deze didactische voorbeelden analyseert, zitten er cruciale didactische principes in verstopt.
Aan alle succesvolle onderwijsvisies liggen enkele DIDACTISCHE BASISVOORWAARDEN ten grondslag.
Er valt heel veel over didactiek te zeggen, maar om het eenvoudig en praktisch voor je te maken, heb ik didactiek gedestilleerd tot enkele cruciale basisvoorwaarden.
Het zijn didactische basisvoorwaarden die je terugziet in alle bovengenoemde didactische voorbeelden:
De Sudbury School…
Het gat-in-de-muur-experiment…
Montessorionderwijs…
En ook kleuteronderwijs voldoet aan de voorwaarden.
Wat zijn de basisvoorwaarden van succesvolle didactiek?
Stel, je twijfelt of de didactische werkwijze die je wilt toepassen wel of niet goed is…
Dan is dit de checklist met voorwaarden voor succesvolle didactiek waarop je altijd kunt terugvallen:
Voorwaarde 1: Keuzevrijheid
Mensen zijn geprogrammeerd om keuzes te willen maken. Iedere keer dat we leerlingen iets opleggen waar ze geen plezier in hebben, betekent dit een toename van allergie voor leren. Uiteindelijk zal dit onvermijdelijk tot een afkeer tot leren leiden. Het bieden van keuzevrijheid leidt tot een toename van motivatie voor leren.
Voorwaarde 2: Zelfstandigheid
Zelfstandigheid is wat we graag willen dat kinderen zijn en dus ook wat we zoveel mogelijk in kinderen willen stimuleren. Als we kinderen dag in dag uit taken voorkauwen die ze bijna hersenloos moeten uitvoeren, betekent dat een afname in zelfstandigheid. En iedere keer dat we het werk van kinderen nakijken zonder hun eigen inbreng, betekent dat een afname in het vermogen op zichzelf te reflecteren.
Voorwaarde 3: Samenwerking
De mensheid is op z’n best als we elkaar ondersteunen, inspireren, motiveren, aanmoedigen en versterken. De mogelijkheid tot samenwerken is cruciaal als we willen dat jonge mensen in het onderwijs later een mensheid vormen die met en van elkaar leert.
Voorwaarde 4: Reflectie
Een ervaring zonder reflectie is slechts een ervaring; een ervaring mét reflectie is een leerervaring. Reflecteren kun je op een specifiek moment doen, maar ook tussendoor in leerlingen stimuleren, wanneer ze aan het werk zijn. Leren kan niet plaatsvinden zonder reflectie.
Voorwaarde 5: Creativiteit
Mensen zijn op hun best als ze creatief kunnen zijn. Laat leerlingen dus niet alleen “werkjes” maken, zoals tafelsommen, rekenwerkbladen en spellingsoefeningen. Stel leerlingen ook voor problemen, grote vraagstukken en experimenten. En laat ze het geleerde omzetten in creatie, zoals een verhaal, verslag, schilderij, presentatie, dans, film, theatervoorstelling, enzovoort.
Wanneer leren in het onderwijs aan deze didactische basisvoorwaarden voldoet, weet je dat de didactiek in grote mate aansluit op het natuurlijk leervermogen van leerlingen.
Enkele praktische tips om aan de didactische basisvoorwaarden te voldoen:
- Werk niet uitsluitend met een taalschrift en een rekenschrift, maar richt een taal- en een rekenkast in waarin leerlingen aantrekkelijke oefenmaterialen kunnen kiezen.
- Werk niet met vaste schoolbankjes, maar met hoeken en flexibele werkplekken.
- Werk niet met een klassikaal rooster waaraan de hele klas zich moet houden, maar met een (digitaal) keuzebord, waarop leerlingen hun activiteiten zelf kunnen plannen.
Maar daarmee zijn we er nog niet…
De basisvoorwaarden voor succesvolle didactiek zijn handig, maar niet voldoende om het maximale uit didactiek te halen.
Er heerst namelijk een grote misvatting over het doel van didactiek in het onderwijs…
Wat is nu het daadwerkelijke doel van didactiek?
Laten we de misvatting over didactiek elimineren en didactiek gebruiken waarvoor het écht is bedoeld.
Tip 5: Het #1 Doel van Didactiek
Mensen denken vaak dat didactiek inhoudt dat je informatie in het hoofd van leerlingen moet downloaden. Dit is een gevaarlijke misvatting. Het heeft geleid tot de meest onnatuurlijke manier van leren die we leerlingen kunnen aandoen.
Tegen de tijd dat ze volwassen zijn, hebben we bij velen van hen het vermogen tot kritisch denken en zelfstandig leren vrijwel volledig ontnomen.
Natuurlijk zijn er leerlingen die bestand zijn tegen de traditionele didactiek in het onderwijs. Ook zijn er leerlingen die van leerkracht-gestuurde kennisoverdracht genieten.
Toch krijgt het natuurlijk leervermogen van de meeste leerlingen een enorme klap te verduren door de gangbare didactiek in het onderwijs.
Ook voor leerlingen met hoge leerresultaten geldt dat velen voornamelijk slagen ONDANKS de didactiek, niet DANKZIJ de didactiek.
Ik kan het niet vaak genoeg benadrukken: didactiek draait niet primair om kennisoverdracht.
Nu vraag je je wellicht af:
Als didactiek niet primair draait om kennisoverdracht, wat is het doel van didactiek dan wel?
Wanneer leerlingen het onderwijs verlaten, willen we dat ze de rest van hun leven in staat zijn alles te leren wat ze maar willen. En dat het liefst zo effectief en efficiënt mogelijk.
Hoewel leerlingen geboren zijn om te leren en ze zich (kennelijk) uitstekend redden zonder traditionele didactiek, willen we ze niet aan hun lot overlaten. Met de juiste didactiek willen we ze helpen een AUTODIDACT te worden.
Met andere woorden:
Het #1 doel van didactiek is… AUTODIDACTIEK!
Zoals Robert M. Hutchins zei:
“Het doel van onderwijs is jongeren voor te bereiden zichzelf te kunnen onderwijzen gedurende hun leven.”
Het doel van didactiek is niet zozeer het overdragen van nieuwe kennis en vaardigheden; het gaat er vooral om dat leerlingen LEREN LEREN, zodat ze daar de rest van hun leven profijt van hebben.
Maar – leren leren – hoe werkt dat precies?
Leerlingen beheersen autodidactische vaardigheden niet van de ene op de andere dag. Autodidactische vaardigheden willen we geleidelijk trainen.
Dat doe je in de eerste plaats door leerlingen veel bloot te stellen aan essentiële autodidactische vaardigheden, zoals plannen, onderzoeken, oefenen, reflecteren, enzovoort. Dit noem ik zogenaamde “elementen van leren”.
In de tweede plaats willen we de zelfstandigheid en efficiëntie van leerlingen stap voor stap vergroten door leerlingen te laten leren op een leerniveau dat bij hen past, zoals spelenderwijs leren, gestuurd leren, begeleid leren, zelfstandig leren of zelfs coachend leren, en daarbij een steeds hoger leerniveau te stimuleren.
LEREN LEREN doe je dus met een combinatie van twee fundamentele principes:
Het eerste principe: Stimuleer autodidactische vaardigheden
Je stimuleert de essentiële autodidactische vaardigheden die bij een leerproces komen kijken, zoals motiveren, plannen, onderzoeken, reflectie, creativiteit, enzovoort.
Het tweede principe: Verhoog (geleidelijk) het leerniveau
Je laat leerlingen met de autodidactische vaardigheden werken op een leerniveau dat past bij de leerling of een specifieke situatie – zoals spelenderwijs leren, gestuurd leren of zelfstandig leren – waarbij je de zelfstandigheid geleidelijk vergroot op basis van de ontwikkeling van de leerling.
De combinatie van het STIMULEREN VAN AUTODIDACTISCHE VAARDIGHEDEN en het VERGROTEN VAN HET LEERNIVEAU is wat ik noem Dynamische Autodidactiek*.
* Dynamische Autodidactiek = Stimuleer autodidactische vaardigheden + vergroot (geleidelijk) het leerniveau.
Met Dynamische Autodidactiek bedoel ik het opleiden van leerlingen tot autodidacten door hun vermogen tot zelfstandig en efficiënt leren – afhankelijk van hun leervermogen en de leersituatie – geleidelijk te vergroten.
Laten we dieper ingaan op de twee principes van leren leren.
Tip 6: Stimuleer autodidactische vaardigheden (hoe leren werkt)
Als je leerlingen wilt opleiden tot autodidacten, moet je eerst begrijpen hoe leren eigenlijk werkt. Leren – en een leerling leren leren – begint dus met het ontleden van de kunst van autodidactiek.
Wat is ervoor nodig om iets effectief en efficiënt te leren?
Misschien heb je weleens gehoord van het veelbesproken onderzoek van Malcolm Gladwell in zijn boek Outliers. Daarin vertelt hij dat het 10.000 uur kost om ergens een expert in te worden.
Interessant…
Maar…
Poeh…
10.000 uur!
In deze non-stop wereld, wie heeft zoveel tijd?
Om de zaken nog erger te maken, zijn de eerste uren van het oefenen van iets nieuws altijd het meest frustrerend…
(De eerste akkoorden op een gitaar klinken voor geen meter, je eerste schilderij lijkt nergens naar en van de eerste bladzijde in een Spaans boek begrijp je geen drol.)
Het is zoveel makkelijker om tv te kijken of door je Insta-tijdlijn te scrollen.
Maar voordat ik je spontaan een leerfobie aanpraat…
Wees niet getreurd, want er is goed nieuws:
In het boek De eerste 20 uur geeft Josh Kaufman een zeer optimistische kijk op leren.
Wat blijkt uit zijn onderzoek over leren?
Het kost 10.000 uur om een EXPERT te worden…
Maar het kost slechts 20 uur om een vaardigheid VOLDOENDE te beheersen!
Door slechts 20 uur gerichte, doelbewuste oefening te voltooien, ga je van er ABSOLUUT NIETS van bakken naar OPVALLEND GOED presteren.
Effectief en efficiënt leren doe je door de fases van leren te begrijpen en deze consequent te doorlopen. En didactiek is ervoor om leerlingen daarbij te helpen.
Om te begrijpen hoe leerlingen autodidacten kunnen worden, gaan we de kunst van het leren ontleden. Dit zijn een aantal elementen die je kunt gebruiken om een leerproces efficiënt vorm te geven.
- Element 1: Motivatie
- Element 2: Plannen
- Element 3: Onderzoeken
- Element 4: Toepassen
- Element 5: Reflectie
- Element 6: Creatie
Element 1: Motivatie – Waarom ga ik het leren?
Het aller-, aller-, allerbelangrijkste aan een leerproces is enthousiasme. Als een leerling enthousiast is om iets te leren, is dat al het halve werk.
Helaas hebben we in het traditionele onderwijssysteem de neiging om alles maar gewoon uit te voeren wat in het methodehandleiding staat. De één na de andere taal- en rekenles vliegt voorbij.
We zeggen: “Pak jullie boek erbij. Bladzijde 16, Blok 2, Week 4, Les 3.” En dan doen leerlingen dat maar, omdat het nu eenmaal op het programma staat. We zitten zo vastgeroest in onze dagelijkse routine, dat we vaak werken op de automatische piloot. En van leerlingen wordt verwacht dat ze aannemen dat wat wij ze aanbieden van waarde is.
Als we de leerervaring ingrijpend willen maken, zorgen we er op z’n minst voor dat leerlingen ‘willen’ leren.
Het eerste en belangrijkste ingrediënt van leren is ENTHOUSIASME.
Aan docenten is het dus in beginsel de taak leerlingen te ENTHOUSIASMEREN.
Misschien heb je weleens gehoord van Kato Lomb. Dit is een beroemde “polyglot” die zichzelf maar liefst 16 talen leerde spreken. Keer op keer wanneer mensen vragen naar haar methode, benadrukt ze ENTHOUSIASME als haar grootste geheim.
Als je enthousiast genoeg bent, gaat leren vanzelf!
Element 2: Plannen – Hoe ga ik het leren?
Leren is vele malen ingrijpender als je een planning maakt, doelen stelt en tussenstappen onderscheidt om je doelen te behalen.
Meestal ontnemen we leerlingen iedere vorm van zelfsturing door leerprocessen kant-en-klaar op te dienen.
Als we leerlingen ZELFSTANDIG willen leren PLANNEN, stimuleren we dat leerlingen hun leerprocessen “managen”.
Element 3: Onderzoeken – Wat heb ik nodig?
Het geheim van iets nieuws leren is het opslurpen van informatie totdat je genoeg weet om jezelf te corrigeren. Je leidt jezelf dus als het ware op tot je persoonlijke coach.
Onderzoeken gaat over het verzamelen, filteren en structureren van betrouwbare informatie.
Als we leerlingen in de rest van hun leven willen stimuleren te blijven leren, dan zullen we ze moeten leren wat het betekent hetgeen ze willen leren te doorgronden. En dat begint met onderzoek doen naar alles wat er bij het leerproces komt kijken.
Element 4: Toepassen – Hoe ga ik het gebruiken?
Of je nu leert over lichaamstaal, Spaans, staartdeling, breuken, spellingsregels, kunstgeschiedenis, gitaarspelen, Kung Fu, gezonde voeding of de invloed van muziek op de hersenen; er komt een moment dat je overstapt van onderzoeken (theorie) naar toepassen (praktijk).
Ongebruikte informatie is nutteloze informatie. Wanneer je iets leert, doe je dat met een doel.
Toepassen kan bijvoorbeeld gaan over oefenen (Spaans), trainen (Kung Fu), repeteren (gitaarspelen), documenteren (de invloed van muziek op de hersenen) en ga zo maar door.
Helaas is ‘toepassen’ in het onderwijs vaak volledig afwezig. Dat is ook de reden dat leerlingen zich afvragen wat ze aan de leerstof hebben. Na het leren van wiskundeformules en spellingsregels doen we weinig tot niets met het geleerde. Ja, verslagen schrijven, maar dat is het dan ook wel.
De enige manier om het geleerde te integreren, is door er écht iets mee te doen.
Dit kan betekenen dat we vanuit ons onderzoek iets concreets ontwerpen, maar het kan ook betekenen dat we slechts met het onderzochte blijven oefenen in de praktijk.
Element 5: Reflectie – Wat kan er beter?
“Don’t just teach your children to read. Teach them to question what they read. Teach them to question everything.“
– George Carlin
Het doel van analyseren is finetunen van jezelf en je leerprocessen. Dat betekent dat we voortdurend willen nagaan of wat we aan het doen zijn waardevol is, en of we uiteindelijk het gewenste resultaat hebben bereikt, puur omdat we dat zelf belangrijk vinden.
In het onderwijs is helaas sprake van schijnreflectie:
Hoewel we in het onderwijs voortdurend bezig zijn met toetsing, vergeten we leerlingen te leren écht kritisch te denken.
In feite draagt de testcultuur in het onderwijs vooral bij aan weestand tegen leren en blinde volgzaamheid voor een hoog cijfer.
In het onderwijs hebben we een andere perceptie nodig van kritisch denken. Daarbij gaat het niet slechts om presteren voor de leerkracht en een hoog cijfer, maar om kritisch leren denken over je eigen voortgang.
Element 6: Creatie – Wat ga ik ermee ontwerpen?
De meest ingrijpende vorm van leren is het geleerde te delen.
Creatie maakt het mogelijk elkaar te inspireren en samen met anderen boven jezelf uit te stijgen.
Het probleem is dat leerlingen in het onderwijs niet in een rol worden gedrukt als kunstenaar, maar in een rol als fabrieksarbeider.
Leren gebeurt voornamelijk vanuit een ieder-voor-zich-mentaliteit waarbij leerlingen exact hetzelfde voorgekauwde werk uitvoeren.
Met andere woorden: in traditioneel onderwijs valt er weinig met elkaar te delen en te inspireren.
In het onderwijs van de toekomst vormen alle leerlingen hun hoogstpersoonlijke leerprocessen die niet slechts gericht zijn op uitvoeren, maar ook op onderzoeken en toepassen.
Deze switch maakt DELEN tot een waardevol leercomponent!
De elementen van leren die ik hierboven heb besproken zijn in min of meerdere mate van toepassing op alle leerprocessen. De uitvoering is afhankelijk van de mate waarin je de fases beheerst.
Als je een jong kind bent dat speelt, zal je alle elementen onbewust en spelenderwijs toepassen. Als je de CEO bent van een groot bedrijf, dan gebruik je deze elementen heel zorgvuldig.
Laat ik een paar voorbeelden noemen om het praktisch te maken:
Stel, je wilt FITNESSTRAINER worden, dan is dit hoe we de elementen kunnen invullen:
- Motivatie: “Ik wil fitnesstrainer worden.”
- Plannen: “Ik ga eerst zelf veel trainen en daarna mijn lessen omzetten in een cursus.”
- Onderzoeken: “Ik zoek naar trainingsschema’s, voeding en recepten.”
- Toepassen: “Ik train in de gym en ga daarna een goede maaltijd maken.”
- Reflectie: “Ik kan die ene oefening wel wat zwaarder doen en ik ga een extra oefening toevoegen.”
- Creatie: “Ik ga een cursus in elkaar zetten om mensen te leren wat ik heb geleerd.”
Laten we er nog een voorbeeld bij pakken…
Neem bijvoorbeeld het doen van ONDERZOEK naar de invloed van muziek op het brein:
- Motivatie: “Ik wil de invloed van muziek op het brein onderzoeken.”
- Plannen: “Ik ga eerst onderzoeken wat er al over is gezegd en vorm daarna een onderzoeksmethode om de invloed van muziek op het brein verder te onderzoeken.”
- Onderzoeken: “Ik verzamel theorie over de invloed van muziek op het brein.”
- Toepassen: “Ik stel een onderzoeksmethode op en voer die uit.”
- Reflectie: “Ik analyseer de resultaten en trek conclusies.”
- Creatie: “Ik verwerk het onderzoek in een essay.”
Zoals je ziet, zijn de elementen van leren van toepassing op vrijwel ieder leerproces.
Of je nu gitaar leert spelen of een essay gaat schrijven, je hebt vrijwel altijd te maken met motivatie, plannen, onderzoeken, toepassen, reflectie en creatie.
Maar dan zijn we er nog niet…
In het onderwijs willen we stimuleren dat leerlingen uiteindelijk in hoge mate zelfstandig én efficiënt kunnen leren. En dat kan een leerling niet van de een op de andere dag.
Hoe leren we leerlingen leren?
Dat is waar de niveaus van leren van pas komen.
Tip 7: Vergroot geleidelijk het leerniveau (hoe leren leren werkt)
Of een leerling nu liever zelfstandig leert of enorm veel sturing nodig heeft, uiteindelijk zal er een punt komen dat de leerling de school verlaat en op eigen benen moet kunnen staan. Daarom willen we leerlingen begeleiden in het gaandeweg leren beheersen van de kunst van autodidactiek.
Hoe leren we leerlingen leren?
Bij leren leren zijn om te beginnen de volgende twee dingen belangrijk:
- We willen de mate van zelfstandigheid aanpassen op de behoeften van de leerling.
- We willen toewerken naar het zelfstandig kunnen uitvoeren van de didactiek.
In de weg naar zelfstandigheid onderscheiden we 5 NIVEAUS VAN LEREN. Dit zijn de niveaus die we gebruiken om onderwijs af te stemmen op het leerniveau van de leerlingen.
- Niveau 1: Spelenderwijs leren
- Niveau 2: Gestuurd leren
- Niveau 3: Begeleid leren
- Niveau 4: Zelfstandig leren
- Niveau 5: Coachend leren
Niveau 1: Spelend leren
In dit leerproces leert de leerling door te spelen.
De toenemende standaardisatie van het onderwijs – evenals de enorme ‘hoeveelheid’ onderwijs die er gaande is – druist in tegen de meest natuurlijke manier waarop mensen van alle leeftijden leren, en vooral jonge kinderen: door te spelen.
Spelen is absoluut van fundamenteel belang om te leren. Spelen is de natuurlijke vrucht van nieuwsgierigheid en verbeeldingskracht.
Helaas is de kleuterklas eigenlijk de enige plek waar kinderen mogen spelen…
De afgelopen jaren heb ik als invalleerkracht veel bij de kleuters lesgegeven. En dit leerde me veel over wat succesvol onderwijs is…
Een opvallend kenmerk van kleuteronderwijs is dat je veel werkt met ‘hoeken’. Er is een knutselhoek, een bouwhoek, een huishoek, een leeshoek en ga zo maar door. De leerlingen kiezen ’s ochtends waar ze gaan werken en gaan in die hoek vervolgens zelfstandig aan de slag.
Wanneer je bij de kleuters wél een klassikaal moment hebt, is dat vaak een moment van verwondering, samen, in de kring. Voor kleuters bedenk ik als leerkracht vaak kleine theatervoorstellingen. Ook neem ik bijna altijd voorwerpen mee, zoals een gitaar, een keyboard, een bijzondere fles of een toverhoed.
Side note: Lesgeven aan kleuters heeft de potentie een mannen-droombaan te zijn! Bij de kleuters heb je als leerkracht alle vrijheid om te improviseren en er een educatieve show van te maken.
De combinatie van spelenderwijs leren in HOEKEN en af en toe INSPIRERENDE GROEPSMOMENTEN is ontzettend krachtig.
En dit is de crux:
De didactiek in de kleuterklas heeft de potentie om krachtig te werken voor alle leeftijden.
Het verschil is dat je in de hoeken bij 10-jarigen geen bouwblokken legt, maar bijvoorbeeld allerlei uitdagende rekenspellen, wetenschappelijke vraagstukken of kaarten met inspirerende experimenten.
Ik noem het de PARADOX VAN KLEUTERONDERWIJS:
We vragen ons af hoe goed onderwijs werkt, terwijl we het in de kleuterklas allang uitvoeren.
We willen dat leerlingen zelfstandig leren werken, terwijl kleuters de enigen zijn die structureel hun eigen dag plannen en werken met flexibele werkplekken. Als je een blik wil werpen op de toekomst van onderwijs, raad ik je aan eens met de kleuters mee te draaien!
Niveau 2: Gestuurd leren
In dit leerproces stuurt de leraar het leerproces.
Effectief leren leren doe je niet van de een op de andere dag. Om zelfstandig te leren leren, willen we leerlingen regelmatig kennis laten maken met autodidactische vaardigheden en de stappen die je doorloopt wanneer je iets leert.
Pas GESTUURD LEREN toe om leerlingen autodidactische vaardigheden aan te leren.
Bij GESTUURD LEREN is het belangrijk de fases van leren EXPLICIET te maken, zodat de leerlingen niet alleen leren over de INHOUD van het onderwerp dat wordt aangeboden, maar vooral over hoe je effectief en efficiënt leert.
BELANGRIJK: De leraar onderwijst niet wat de leerling moet DENKEN, maar adviseert wat effectief is om te DOEN. We willen de leerling niet leren WAT te denken, maar HOE te denken. De leraar adviseert slechts hoe de leerling het leerproces het best kan doorlopen.
Gestuurd leren kun je vergelijken met een workshop, waarbij oefeningen en opdrachten worden gegeven vanuit een enthousiaste docent.
En de waarheid is: Gestuurd leren kan super leuk zijn!
Het is belangrijk dat gestuurd leren niet de hele schooldag en iedere schooldag in beslag neemt, zoals in het regulier onderwijs het geval is… Voor even kan gestuurd leren leuk zijn, maar we willen leerlingen nog steeds de nodige leervrijheid geven.
Ook is het belangrijk om het eerste element van leren – MOTIVATIE – niet te vergeten. Gestuurd leren mag nooit ten koste gaan van leermotivatie. Integendeel, in het ideale geval maakt een leerkracht-gestuurde les leerlingen zó enthousiast dat ze niet meer met leren willen stoppen!
Niveau 3: Begeleid leren
In dit leerproces stuurt de leerling het leerproces onder begeleiding van de leraar. De leerling doorloopt het leerproces zelfstandig, maar krijgt daarbij veel begeleiding van de leraar.
Bij begeleid leren wordt het leerproces voornamelijk gecoördineerd door de leerling, onder begeleiding van de docent. De docent maakt hier dus als het ware een switch van “workshopleider” naar “leer-begeleider”.
Leerlingen ervaren bij BEGELEID LEREN meer verantwoordelijkheid voor het leerproces dan bij GESTUURD LEREN. Laat ze daaraan wennen door binnen een les deze leerniveaus af te wisselen.
Een voorbeeld van een les waarin ik GESTUURD LEREN en BEGELEID LEREN heb gecombineerd, is mijn les over het menselijk lichaam.
Dit project bestaat uit twee rondes:
- In de eerste ronde gaan de leerlingen het menselijk lichaam onderzoeken aan de hand van een template (GESTUURD LEREN)
- In de tweede ronde zijn de leerlingen vrij om – onder mijn begeleiding – hun eigen onderzoek te starten over het menselijk lichaam (BEGELEID LEREN)
Het voordeel van deze combinatie van leerniveaus is dat ik leerlingen stapsgewijs meer verantwoordelijkheid geef. Doordat ik de leerlingen eerst een gestuurde opdracht geef, komt de zelfstandigheid in de tweede ronde voor hen niet als een enorme overstap.
Sterker nog…
De gestuurde opdracht (in de eerste ronde) zorgt ervoor dat de leerlingen zó enthousiast zijn over de les, dat ze niet kunnen wachten om met hun eigen leerproces aan de slag te gaan (in de tweede ronde).
Wees dus vooral flexibel in welk leerniveau je wanneer toepast.
Kijk welk leerniveau leerlingen nodig hebben op een specifiek moment om het maximale uit een leerproces te halen!
Niveau 4: Zelfstandig leren
In dit leerproces is de leraar niet tot nauwelijks betrokken. De leerling is volledig in staat het leerproces zelfstandig uit te voeren. De leerling is een Autodidact.
ZELFSTANDIG LEREN is waar leerlingen idealiter toe in staat zijn wanneer ze als volwassenen op eigen benen staat. Omdat zelfstandig leren noodzakelijk is voor het leiden van een onafhankelijk leven, is zelfstandig leren het minimale doel voor alle leerlingen.
Zelfstandig leren is overigens NIET hetzelfde als alleen leren. Bij zelfstandig leren kun je wel degelijk samenwerken, vragen stellen en deskundige hulp inschakelen, zoals volwassenen dat in het “echte” leven ook doen. Waar het om gaat, is dat leerlingen in staat zijn hun eigen leerprocessen te beheren.
Zelfstandig leren betekent uiteraard niet dat je je niet met leerlingen bemoeit. Het is zelfs een grote aanrader leerlingen vanuit GESTUURD LEREN op ZELFSTANDIG LEREN voor te bereiden.
Zo doe ik weleens een les die ik #HackJezelf noem. Ik wil leerlingen in deze les leren hoe je alles effectief kunt leren, zonder een meester of juf. In deze les ontdekken en trainen de leerlingen autodidactische vaardigheden, die ze vervolgens in andere lessen zelfstandig kunnen toepassen.
Ik zal kort iets meer vertellen over deze LES IN AUTODIDACTIEK…
Een korte samenvatting van de les:
Ik laat de leerlingen kennismaken met het boek The First 20 Hours, waarin Josh Kaufman vertelt hoe je iedere vaardigheid binnen 20 uur kunt leren (MOTIVATIE). De leerlingen denken samen na over de vraag: Wat zijn de geheimen van effectief leren?
De leerlingen kiezen een onderwerp waarover ze willen leren en maken een plan om het onderwerp te doorgronden (PLANNING).
Sommige leerlingen doen onderzoek naar survival skills, anderen verdiepen zich in presenteren en weer anderen leren gitaarspelen (ONDERZOEKEN en TOEPASSEN).
Bij iedere werktijd maken we de balans op (REFLECTIE): Is je manier van leren effectief? Wat kan beter?
Wanneer de leerlingen op ongeveer 20 uur leren zitten, is het moment van de waarheid: hebben de leerlingen het onderwerp in 20 uur kunnen doorgronden? In presentaties laten ze zien hoever ze zijn gekomen (CREATIE).
Wat interessant is aan deze les, is dat leerlingen zelf manieren vinden om de kunst van autodidactiek te onderzoeken. Een leerling houdt bijvoorbeeld een logboek bij met wat hij in een bepaalde werktijd heeft geleerd. Andere leerlingen maken voor elkaar een takenverdeling. En bij velen is alleen al de bewustwording van autodidactische vaardigheden een eye-opener.
Het beste resultaat is nog wel dat leerlingen de autodidactische vaardigheden ook gaan toepassen op momenten buiten deze les over autodidactiek!
En dit is de crux:
Met leerlingen werken aan autodidactische vaardigheden is een INVESTERING in zelfstandigheid bij alle leerprocessen die nog zullen volgen!
Als je bewust met leerlingen werkt aan autodidactische vaardigheden, zullen de docent én de leerlingen daar bij alle volgende leerervaringen de vruchten van plukken.
Niveau 5: Coachend leren
In dit leerproces is de leerling de coach. De leerling leert niet alleen zelfstandig, maar is ook in staat medeleerlingen te begeleiden bij leerprocessen.
Andere mensen coachen is de hoogste vorm van leren. De leerling begrijpt dan hoe leerprocessen werken en kan autodidactische vaardigheden niet alleen zelfstandig uitvoeren, maar ook op anderen overdragen. Op dit niveau kan een leerling waar mogelijk zelfs de rol van de docent overnemen.
Op het niveau van COACHEND LEREN kan een leerling – in de rol van coach – andere leerlingen begeleiden bij leerprocessen.
Waar ZELFSTANDIG LEREN het streefniveau is voor alle leerlingen in het onderwijs, is COACHEND LEREN bedoeld als extra verdieping. Coachend leren is dus niet noodzakelijk voor alle leerlingen, maar wel goed om te stimuleren voor leerlingen die het aankunnen.
Er zijn allerlei manieren waarop je COACHEND LEREN kunt stimuleren. Zo laat ik zeer zelfstandige leerlingen weleens een les voorbereiden voor leerlingen die meer sturing nodig hebben.
Niet alleen heeft coachend leren grote impact op het aanscherpen van de vaardigheden waar de coachende leerlingen op coachen… ze worden zich bovenal extra bewust van de didactische stappen die bij een leerproces komen kijken. Ook valt het me op dat de leerlingen die worden gecoacht veel motivatie krijgen om nóg meer hun best te doen, zodat ze ook les mogen geven.
Coachend leren heeft zichtbaar impact op de coachende leerlingen en de gecoachte leerlingen.
Het allermooiste aan coachend leren vind ik het enorme enthousiasme bij de coachende leerlingen en de motivatie-boost die ze krijgen van het coachen. Waar ze normaalgesproken weleens verveeld kunnen zijn, vinden ze het fantastisch om verantwoordelijkheid te dragen voor de jongere leerlingen.
Daag niet alleen gemotiveerde en zelfstandige leerlingen uit met coachend leren, maar juist ook minder gemotiveerde leerlingen die wel een boost kunnen gebruiken!
Disclaimer: Dynamische Autodidactiek bestaat al sinds de oertijd
Hoe geniaal en fantastisch het werken met autodidactische vaardigheden op een steeds hoger leerniveau ook klinkt, heel “vernieuwend” is het niet…
In feite bestaat dynamische autodidactiek al sinds de oertijd.
Stel je eens een stam voor in de oertijd…
Wat waren de kenmerken van de manier waarop mensen destijds leerden?
Door te onderzoeken wat wel en niet eetbaar was, hoe je gereedschap kon maken en hoe je moest jagen. Door te oefenen met speerwerpen, door op je eigen ervaringen en die van je ouders te reflecteren bij het zoeken naar voedsel en door elkaar verder te helpen met creaties, zoals speren, potten en muurschilderingen.
Ook in de oertijd leerden kinderen aanvankelijk spelenderwijs. Naarmate ze ouder werden, kregen ze gestuurd door hun ouders bepaalde vaardigheden aangeleerd. Onder begeleiding gingen ze mee op jacht tot ze klaar waren om zelfstandig te leren. Om uiteindelijk hun eigen kinderen te coachen.
Zonder dat we er bewust van zijn, leren we al sinds de prehistorie het allerbest door Dynamische Autodidactiek.
Leren met autodidactische vaardigheden en leerniveaus is niet zomaar een didactisch concept; het zit al sinds de oertijd in ons menselijk systeem gebakken.
Zie dynamische autodidactiek ook NIET als een vaststaande methode…
Het is een term die ik gebruik voor de eeuwenoude principes die al sinds de oertijd ten grondslag liggen aan de natuurlijke manier waarop mensen leren en leren leren.
Bonustips: praktische suggesties om didactiek NU te verbeteren
We zijn bijna bij het eind aangekomen van dit artikel over DIDACTIEK.
Je hebt gezien dat er veel misgaat op het gebied van didactiek in het onderwijs. Ook heb je kennisgemaakt met de fases van leren en de niveaus van leren om de didactiek in het onderwijs te verbeteren.
Wat staat ons nu te doen?
Welke stappen nemen we om DIDACTIEK direct te verbeteren?
Ik wil je uitdagen DIRECT actie te ondernemen om didactiek in het onderwijs te verbeteren.
Hier zijn enkele suggesties:
- Plaats leerlingen in EEN AUTODIDACTISCHE ROL. Met “een autodidactische rol” bedoel ik een rol die veel nadruk legt op zelfstandigheid, onderzoeken en creativiteit. Je laat leerlingen dus niet alleen standaard werkjes maken in hun schrift, maar je laat ze vooral onderzoek doen en dingen creëren.
- Ontwerp EEN DYNAMISCHE LEEROMGEVING. Als je een klaslokaal hebt met alleen maar schoolbankjes, is het een hele uitdaging om aan ouderwetse kennisoverdracht te ontsnappen. Maar… als je een leeromgeving hebt met flexibele werkplekken en verschillende hoeken met veel materialen, dan kunnen leerlingen zich eindeloos vermaken!
- Inspireer leerlingen met EEN LEUKE LESOPENING. Motivatie is het eerste element van een succesvol leerproces. Wanneer je leerlingen bij elkaar trommelt voor een groepsmoment in de kring of een lesinstructie, zorg er dan ook voor dat je ze op de banken krijgt. 😉
Ziezo, dat waren ze… de 7 Tips voor Succesvolle Didactiek (+ Bonustips).
Ik hoop dat mijn tips je hebben geholpen om leerlingen succesvol onderwijs te geven.
Tot slot wil ik graag het volgende met je delen:
Op deze website wil ik je niet alleen vertellen over het verbeteren van onderwijs. Als schoolmeester wil ik ook persoonlijk bijdragen aan de verandering in de praktijk. Daarom heb ik een e-book voor je gemaakt met mijn beste 7 lessen en verhalen als schoolmeester.
Download het e-book Meester Met Missie in de praktijk gratis:
Veel plezier,
Nico
Ik heb net je site ontdekt en heb al gezien dat ik hier nog wel een tijdje kan en wil rondneuzen. Ik vind het inspirerend!
De Sudbury School in Harderwijk is inmiddels helaas opgedoekt. Ik weet niet of je dat al wist vandaar deze reactie!
En om te bedanken dat je de info die op je site te vinden is, wilt delen! Succes