“Wanneer studenten spieken bij tentamens, dan is het omdat ons onderwijssysteem CIJFERS belangrijker vindt dan studenten leren belangrijk vinden.”
– Neil DeGrasse Tyson
De toxische testcultuur in het onderwijs. De Cito-toetsen, de tentamens, de examens. Het is een grote bron van onzekerheid, angst en stress. Alleen al als we de toxische testcultuur in het onderwijs elimineren, zal onderwijs drastisch verbeteren. Maar hoe?
Hoe kunnen we toetsing verbeteren in het onderwijs?
Blijven we leerlingen, scholieren en studenten onderwerpen aan toetsen, tentamens en examens die leiden tot stress, onzekerheid en ontmoediging? Of zijn er alternatieve manieren om te toetsen die leiden tot inspiratie, zelfvertrouwen en aanmoediging?
Wat zijn manieren om te toetsen die inspirerend zijn én kwaliteiten inzichtelijk maken?
In dit artikel krijg je 4 Manieren om te toetsen in het onderwijs. Je leert hoe we de kwaliteit van onderwijs en leren inzichtelijk maken ZONDER een toxische testcultuur.
Allereerst: er is niets mis met toetsing
Wanneer ik het heb over een toxische testcultuur, bedoel ik niet dat ik tegen heb op toetsing. Toetsing is een essentieel aspect van onderwijs. Het probleem is echter dat we te maken hebben met een testcultuur die volledig de plank misslaat als het gaat om het transparant maken van talenten, kwaliteiten, ervaring en progressie.
In een ander artikel ga ik uitgebreid in op de toxische testcultuur. Voor nu bespreek ik kort 2 problemen van de testcultuur die belangrijk zijn om te begrijpen voordat we toetsing verbeteren.
Probleem 1: toetsing is niet meer een aspect van de onderwijscultuur; toetsing ís de onderwijscultuur.
Testen is niet een manier geworden om de cultuur van het onderwijs te verbeteren; het is de cultuur van het onderwijs geworden. Het hele ding is de toets. Het gaat erom de tests te doorstaan. Toetsing is in essentie bedoeld als tool om te worden gebruikt door leerlingen en docenten; in het onderwijs worden leerlingen en docenten gebruikt door toetsing. In het onderwijs leren leerlingen niet voor het leven, maar om te “scoren”.
Probleem 2: toetsing draait om cijfers die niets zeggen over de kwaliteiten en talenten van een persoon.
Het onderwijs barst van de talenten. Maar vaak zien we ze niet omdat we geobsedeerd zijn met een testcultuur die vissen beoordeelt op hun vermogen om in een boom te klimmen. Door de dominantie van gestandaardiseerde tests sturen we talloze jonge mensen de wereld in met een overdosis stress, onzekerheid en ontmoediging.
Frederick J. Keely – nota bene de man die de gestandaardiseerde tests heeft uitgevonden! – zei het al in de periode vlak na de invoering van zijn tests:
“Deze tests zijn te grof om te gebruiken en moeten worden verbannen.”
Maar wat dan wel? Hoe kunnen we toetsing verbeteren?
In beginsel komt toetsing verbeteren neer op een switch in FOCUS.
Kijk, momenteel is toetsing in het onderwijs een manier om leerlingen, scholieren en studenten te VERGELIJKEN door ze te BEOORDELEN met een cijfer. Ze maken een reeks vragen en daar rolt dan een cijfer uit. Deze afrekencultuur mag niet bestaan als we een inspirerende leeromgeving voor ogen hebben die draait om aanmoediging, motivatie, inspiratie, talenten en échte kwaliteiten. Dus wat dan wel?
De switch in focus komt in de basis hier op neer:
We hebben vormen van toetsing nodig die niet veroordelend maar beschrijvend zijn.
Wat dat praktisch inhoudt, is dat we een einde maken aan de massale standaardisatie in het onderwijs. Wat we nodig hebben, zijn vormen van toetsing die focussen op de complexiteit van leren in plaats van proberen leren terug te brengen tot een enkel cijfertje of nummertje.
Succesvolle Toetsing: Niet 100.000 leerlingen die allemaal één hokje moeten aanvinken, maar één leerling die 100.000 mogelijkheden heeft om zijn of haar talenten, kwaliteiten en progressie te vieren!
In feite werkt succesvolle toetsing precies zoals het in het echte leven ook gaat…
- Hoe bewijst een online ondernemer zijn kwaliteiten? Door artikelen te schrijven, ervaringen te delen en kwalitatief hoogwaardige producten aan te bieden.
- Hoe bewijst een kunstenaar zijn kwaliteiten? Door een portfolio bij te houden, tentoonstellingen te maken of een atelier te openen.
- Hoe bewijst een wetenschapper zijn kwaliteiten? Door essays en artikelen te schrijven, waarin te lezen is tegen welke problemen hij is aangelopen en wat voor interventies hij daarvoor heeft bedacht.
Portfolio’s, tentoonstellingen, ateliers, artikelen, video’s, websites, producten, essays en andere “beschrijvende vormen van toetsing” zeggen zoveel meer dan een lijst met cijfertjes.
Laten we ons met deze informatie in ons achterhoofd gaan focussen op de mogelijke vormen van toetsen die we wel en niet willen gebruiken in het onderwijs.
4 manieren om te toetsen (en welke geschikt en ongeschikt zijn)
Nu is het tijd voor het échte werk. We gaan praktische manieren van toetsen selecteren die een gezonde testcultuur creëren in het onderwijs. Uiteraard kunnen we nu een waslijst maken van meer dan 1000 toetsen, maar…
Wanneer je toetsing helemaal uitkleedt en afpulkt, houd je in de basis slechts enkele hoofdvormen van toetsen over.
In dit artikel over toetsing verbeteren ga ik 4 vormen van toetsing met je delen. En bij elke geschikte toetsvorm ga ik je praktische handreikingen geven om de toetsvorm meteen te gebruiken in de praktijk!
Laten we eerst even orde op zaken stellen. Voordat ik praktische handreikingen met je ga delen om succesvol te toetsen in de praktijk, wil ik je alvast even inzicht geven in wat we straks gaan bespreken.
Hier is alvast een OVERZICHT van de 4 Vormen van Toetsing:
TOETSVORMEN | BESCHRIJVING | VOORBEELDEN |
---|---|---|
Gestandaardiseerd vergelijkend toetsen | Je toetst de progressie aan de hand van een score op een reeks vragen. | – Cito-Toets – Eindexamen |
Gestandaardiseerd beschrijvend toetsen | Je analyseert de progressie aan de hand van vooraf geformuleerde beschrijvingen van het gewenste leerresultaat. | – Competenties – Rubrics |
Extern beschrijvend toetsen | Je verzamelt als docent allerlei belangrijke data over de voortgang van de leerling. | – Leerlingvolgsysteem – Word-document met leerlinganalyses |
Intern beschrijvend toetsen | De leerling construeert een eigen database over zichzelf om de voortgang te illustreren. | – (Digitale) portfolio’s – USB-stick met mapjes |
Ziezo, dat zijn de 4 Manieren van Toetsen waarmee we nu aan de slag gaan in de praktijk. Bij iedere toetsvorm beschrijf ik waarom deze WEL of NIET geschikt is voor het onderwijs en geef ik voorbeelden om de toetsvorm te gebruiken (of juist niet te gebruiken) in de praktijk. Ready? Oké, dan gaan we beginnen!
Manier 1 = STOP met gestandaardiseerde tests
Gestandaardiseerd vergelijkend toetsen: je toetst de progressie aan de hand van een score op een reeks vragen.
Allereerst behandelen we de beruchte toetsen waar we in het onderwijs bekend mee zijn en waar het overgrote deel van de leerlingen (en docenten) de rillingen van krijgt: de gestandaardiseerde tests. De Cito-toets op de basisschool, de centrale eindexamens in het voortgezet onderwijs. Alleen al van deze termen krijgen veel mensen spontaan hartkloppingen.
En dit is de crux: Hoewel deze toetsvorm extreem dominant is in het onderwijs, is dit in feite de toetsvorm die helemaal onderaan staat in mijn “toets-hiërarchie”. Dat heeft de volgende reden:
Gestandaardiseerde tests verschaffen de MINSTE informatie over de ontwikkeling van leerlingen én zijn het MEEST schadelijk voor mensen.
Het is ook meteen de reden dat ik leraren en iedereen die werkzaam is in het onderwijs adviseer om met de methodetoetsen, Cito-toetsen en alle andere gestandaardiseerde tests te stoppen.
Begrijp me niet verkeerd, ik bedoel niet dat gestandaardiseerde tests in essentie slecht zijn. Gestandaardiseerde tests kunnen diagnostisch heel nuttig zijn. Ik bedoel, als je je medisch laat testen, wil je weten wat je cholesterolniveau is op een vergelijkende standaard. Je wil niet dat de dokter het je vertelt op een schaal die hij in de auto heeft verzonnen en je vervolgens vertelt: ‘Uw cholesterolgehalte is gifgroen.’ Nee, dan wil je een uitslag op een gestandaardiseerde schaal.
Het meten van menselijke talenten, kwaliteiten en progressie is iets anders dan een cholesterolgehalte.
Een probleem met gestandaardiseerd vergelijken is dat assessments numeriek of alfabetisch zijn. Ze zijn zwaar gericht op vergelijking in plaats van beschrijving. Mensen schrijven een essay en krijgen er een 6 voor. Alles wat de beoordeling vertelt is een rang. Het cijfer vertelt je niets over de kwaliteiten van het werk en de fantastische ervaringen die je mogelijk hebt opgedaan.
Zoals hoogleraar theoretische natuurkunde Robbert Dijkgraaf stelde:
“Inhoudelijk zijn die Citotoetsen heel goed hoor. Maar uiteindelijk test een toets vooral de vaardigheid om een toets te maken.”
Onze nadruk op gestandaardiseerde testen heeft de neiging om passiviteit aan te moedigen en geen activiteit. Gestandaardiseerde tests stimuleren dat leerlingen zich slechts gaan inspannen om te scoren, niet om er een beter mens van te worden.
Nu wil ik niet zeggen dat we gestandaardiseerde testen per se radicaal moeten verbannen. Ik bedoel, de populariteit van de vele persoonlijkheidstests op internet laten zien dat mensen het maar al te interessant vinden om zichzelf zo nu en dan vrijwillig aan een test te onderwerpen. (Persoonlijk ben ik daar ook schuldig aan op z’n tijd.) 😉
Waar het om gaat, is het volgende:
Gestandaardiseerde tests in het onderwijs moeten volledig verdwijnen als VERPLICHTE manier van testen.
Ze kunnen gebruikt worden ter vermaak en vrijwillig ter verheldering van ontwikkelingen, maar mogen op geen enkele manier verplicht worden gesteld. Laat staan dat ze de ontwikkeling of de toekomst van een leerling, scholier of student kunnen bepalen.
Manier 2 = Gebruik COMPENTENTIES en RUBRICS
Gestandaardiseerd beschrijvend toetsen: Je analyseert de progressie aan de hand van vooraf geformuleerde beschrijvingen van het gewenste leerresultaat.
Ziezo, die gestandaardiseerde tests hebben we het raam uit gesmeten. Nu vraag je je misschien af:
“Help! Wat moeten we nu zonder die gestandaardiseerde tests!”
Geen zorgen, er zijn allerlei toetsvormen die veel beter de kwaliteiten, talenten en ervaringen meten van leerlingen en die ook nog eens veel meer inspirerend en motiverend zijn!
Ik deel nu graag een toetsvorm die ik zelf met veel plezier heb gebruikt: Gestandaardiseerd beschrijvend toetsen. Deze vorm van toetsing staat hoger in mijn toets-hiërarchie dan de gestandaardiseerde tests, omdat hier niet sprake is van een VERGELIJKENDE toetsvorm, maar van een BESCHRIJVENDE toetsvorm. Een beschrijvende toetsvorm geeft meer inzicht en is gezonder voor leerlingen dan gestandaardiseerde tests.
“Klinkt goed, Nico, maar waar moet ik bij een gestandaardiseerd beschrijvende toetsvorm aan denken?”
Goed nieuws, denkbeeldige vraagsteller, ik ga je een aantal praktische voorbeelden geven. Te beginnen met COMPETENTIES.
Een voorbeeld van gestandaardiseerd beschrijvend toetsen zijn COMPETENTIES.
Een COMPETENTIE is een beschrijving van een herkenbaar gedragspatroon dat zich gedurende langere tijd, regelmatig en onder verschillende omstandigheden herhaalt. Competenties worden in het hoger beroepsonderwijs veel gebruikt. Zo had ik als pabostudent op de lerarenopleiding te maken met competenties waar een goede leerkracht aan moet voldoen.
En het grote voordeel van competenties is:
Competenties maken de ontwikkeling van leerlingen, scholieren en studenten inzichtelijk zonder hen een minderwaardigheidscomplex aan te praten.
En er zijn allerlei variaties van gestandaardiseerd beschrijvend toetsen mogelijk.
Een variant van deze toetsvorm zijn… RUBRICS. Een rubric is een tabel waarin bij een willekeurige vaardigheid die jij als docent wilt toetsen een beschrijving staat van wat het inhoudt om de vaardigheid te beheersen. Daarbij worden verschillende niveaus beschreven waarop je de vaardigheid kunt beheersen. Een rubric geeft zowel leerlingen als docenten inzicht in het leerproces van de leerling. Je gebruikt rubrics zowel om na te gaan wat je al beheerst als om te analyseren waar je nog aan wilt werken.
Rubrics geven inzicht in de niveaus waarop je een vaardigheid kunt beheersen.
Een bijkomend voordeel van COMPETENTIES en RUBRICS is dat ze niet beperkt zijn tot het meten van cognitieve vaardigheden als rekenen en spelling. Competenties en rubrics kun je gebruiken voor het inzichtelijk maken van de progressie in uiteenlopende vaardigheden in een holistisch curriculum.
Competenties en rubrics kun je gebruiken voor de meest uiteenlopende vaardigheden.
Ik zal je een voorbeeld geven van mijn persoonlijke succesvolle ervaring met rubrics.
Voorbeeld: Rubrics voor De Leuke School
Een tijdje geleden werkte ik met twee collega’s aan een initiatief: De Leuke School. Als De Leuke School hebben we Levenslessen ontworpen en gegeven over zogenaamde Levensvaardigheden. Denk aan omgaan met stress, zelfvertrouwen, geluk, doorzetten en ga zo maar door.
Maar op een gegeven moment stuitten we met De Leuke School op een uitdaging:
We willen graag de ontwikkeling van leerlingen inzichtelijk maken op het gebied van levensvaardigheden, maar daarvoor bestaat helemaal geen testmateriaal...
Na een tijdje kwamen we op een idee. We besluiten RUBRICS over Levensvaardigheden te maken, waarbij we per levensvaardigheid verschillende niveaus beschrijven waarop je de betreffende levensvaardigheid kunt beheersen.
Vervolgens gingen we af en toe met leerlingen om tafel om te analyseren in hoeverre ze de betreffende levensvaardigheid beheersen. Zo kregen wij als docenten inzicht in het niveau van leerlingen op het gebied van levensvaardigheden. En, nog belangrijker…
De leerlingen worden zich meer bewust van de mate waarin zij een levensvaardigheid beheersen, ZONDER dat ze het gevoel kregen afgerekend te worden door een toxische testcultuur!
Met rubrics maak je het niveau van leerlingen inzichtelijk in de meest uiteenlopende vaardigheden.
En dit is de crux:
Een goede test kan puur gestandaardiseerd beschrijvend zijn.
Je zegt bijvoorbeeld: “De leerling kan de melodie van Yesterday van The Beatles zingen.”
Of: “De leerling kan 120 kilo bankdrukken.” (Hoewel dat misschien niet zo verstandig is in het basisonderwijs.)
En dan ga je daar als leerling en docent mee aan de slag.
Een probleem zou pas ontstaan als je de toets vergelijkend maakt.
Pas wanneer je de prestaties van de leerling vergelijkt met andere prestaties, bijvoorbeeld met Paul McCartney of de grootste bodybuilder van de stad, heb je een beoordeling. Je vergelijkt dan wat leerlingen kunnen met een EXTERNE standaard. Zolang je de toetsing BESCHRIJVEND houdt en de leerling louter met zichzelf vergelijkt, zit je goed.
Manier 3 = Houd een DATABASE bij van de leerlingen
Extern beschrijvend toetsen: Jij als docent verzamelt allerlei belangrijke data over de leerling.
De derde manier van toetsen die we gaan bespreken staat wederom hoog in mijn “toets-hiërarchie” en is zeer geschikt om als docent in het onderwijs te hanteren. Bij deze toetsvorm ligt de focus namelijk wederom op BESCHRIJVING (in plaats van vergelijking). Ook deze toetsvorm geeft VEEL INFORMATIE over de progressie van leerlingen en is tevens GEZOND voor leerlingen en docenten die ermee werken.
Bij extern beschrijvende toetsing worden de prestaties van leerlingen beschreven door een externe factor, meestal de docent.
Een voorbeeld van extern beschrijvend toetsen is een leerlingvolgsysteem als Parnassys. Dit is een leerlingadministratie- en -volgsysteem (leerlingontwikkelsysteem) voor basisscholen in Nederland. Je kunt in Parnassys allerlei beschrijvingen over leerlingen verzamelen: notities van oudergesprekken, observaties van leerlingen, enzovoort. Als leerkracht heb ik ook met Parnassys gewerkt. Het is een uitstekend middel om samen met collega’s de ontwikkeling van leerlingen bij te houden.
Een leerlingvolgsysteem is voor een docent een uitstekend middel om de ontwikkeling van leerlingen bij te houden.
Naast de leerlingvolgsystemen van scholen gebruik ik als leerkracht persoonlijk graag mijn eigen leerlingvolgsysteem. Het is eenvoudigweg een Word-document waarin ik per leerling alles bijhoud wat ik belangrijk vind om over de leerling te onthouden. En omdat het je eigen document is, kun je het naar eigen wens inrichten en blijft alle data over leerlingen veel beter beklijven bij jou als docent.
Houd als docent je eigen document bij met notities over leerlingen.
Extern beschrijvend toetsen is niet alleen een geschikte toetsvorm; het is een cruciale toetsvorm.
Voor een leerkracht is het essentieel om het nodige over leerlingen te weten (of op z’n minst te kunnen opzoeken.)
Voor een docent in het onderwijs is het essentieel om eigen observaties te doen en notities te maken over leerlingen. Observaties en notities zijn vele malen waardevoller dan een cijfertje of een nummertje.
Manier 4 = Laat leerlingen een PORTFOLIO bijhouden
Intern beschrijvend toetsen: Je laat leerlingen hun eigen database bijhouden waarin ze hun voortgang, kwaliteiten en ervaringen delen.
Deze vorm van assessment staat bovenaan in mijn toets-hiërarchie. Intern beschrijvend toetsen is DE MEEST DIRECTE BRON van informatie – namelijk: de leerling zelf – en is tevens HET MEEST GEZOND voor leerlingen en docenten die ermee werken. Bovendien sluit INTERN BESCHRIJVEND TOETSEN het meest aan op hoe inzichtelijkheid van ervaring in de échte wereld plaatsvindt, waarbij een persoon zijn of haar eigen leerprogressie bijhoudt en presenteert.
Ga maar na:
- Een ONDERNEMER presenteert zichzelf en zijn producten op een WEBSITE.
- Een KUNSTENAAR presenteert zichzelf en zijn creaties in een PORTFOLIO, ATELIER of TENTOONSTELLING.
- Een LIFECOACH presenteert zichzelf en zijn diensten bijvoorbeeld in E-BOOKS of VIDEO’S.
Geen haai die kraait naar hun cijferlijst uit een ver verleden op school. Wat mensen willen zien, zijn hun werkelijke PRESTATIES en ERVARINGEN in het leven.
Portfolio’s, een website, een e-book, een online cursus; dit zijn in feite allemaal voorbeelden van intern beschrijvend toetsen.
Hoe kunnen we intern beschrijvend toetsen vertalen naar het onderwijs?
De meest voor de hand liggende vorm van intern beschrijvend toetsen is… EEN PORTFOLIO!
Een (digitaal) portfolio is een platform dat de processen én producten van leerlingen inzichtelijk maakt op een manier die leerlingen stimuleert het beste uit zichzelf te halen, zonder hen te onderdrukken in een schadelijke testcultuur. Eén van de grote voordelen van een portfolio is dat het NIET ontmoedigend, vergelijkend en beoordelend is maar gericht op het vieren van talenten, kwaliteiten en ervaringen.
En in het gebruik van portfolio’s in het onderwijs zit een veelzeggende paradox verstopt:
Het is interessant, maar misschien niet verrassend, dat leerlingen die voorheen de gestandaardiseerde tests altijd meester waren de grootste achteruitgang ondervinden van werken met portfolio’s. Met portfolio’s kun je opeens geen voldoende meer krijgen zonder inzet en progressie. Voor een leerling die gewend was om zonder inzet een 9 of een 10 te scoren op gestandaardiseerde tests zijn de regels volledig veranderd, omdat ze goed waren in het spelen van het spel en identificeren wat de leraar wilde horen. De voorheen ‘middelmatige’ leerlingen en de laag presterende leerlingen reageren er prachtig op, omdat zij ineens in staat zijn hun eigen doelen te stellen, hun kwaliteiten te tonen en vooruitgang te zien.
Ik noem het DE TRANSPARANTIE PARADOX, omdat portfolio’s daadwerkelijk transparantie geven in de talenten en ervaringen van leerlingen:
Laag scorende leerlingen floreren met het gebruik van portfolio’s, terwijl hoog scorende leerlingen soms enige achteruitgang ondervinden, omdat ze opeens ontdekken dat ze inzet moeten tonen om een daadwerkelijk inspirerend en indrukwekkend resultaat neer te zetten.
De reden dat portfolio’s de waarheid over inzet en kwaliteiten van leerlingen onthullen, is dat portfolio’s een puurheid hebben waar een cijferlijst nooit aan kan tippen. En dat maakt portfolio’s vele malen meer TRANSPARANT én INSPIREREND.
Een digitaal portfolio maakt de ontwikkeling van leerlingen transparant op een inspirerende manier.
Maar… hoe werkt zo’n portfolio precies?
We willen een (Digitaal) Portfolio bijhouden met producten en processen van leerlingen. Daarbij kun je denken aan mooie onderzoeksverslagen, kunstwerken, (digitale) informatiedocumenten en zelfs workshophandleidingen die leerlingen hebben ontworpen. Kortom, alles wat voor de leerling écht betekenis heeft.
Er zijn allerlei manieren waarop leerlingen kwaliteiten transparant kunnen maken met een portfolio. Daarbij geldt overigens:
Hoe complexer de creatie, hoe uitgebreider de beschrijving.
Ik zal toelichten wat ik hiermee bedoel:
Bij een CONCREET PRODUCT als een schilderij of een beeldhouwwerk volstaat een korte beschrijving van de inspiratie voor het werk.
Bij een COMPLEX PRODUCT als een onderzoeksverslag, een tekencursus of een boek wil je het liefst dat leerlingen een uitgebreidere beschrijving geven om transparant te maken wat het product inhoudt.
Je kunt een digitaal portfolio zien als een online museumshop van de leerlingen. Hierin staan al hun PRODUCTEN die de moeite waard zijn, en daarbij de beschrijvingen van PROCESSEN die ze hebben doorlopen.
Heel handig aan een portfolio is het gebruik van de functies PRIVÉ en PUBLIEKELIJK.
In het PRIVÉ-gedeelte wordt de persoonlijke ontwikkelingen van de leerling bijgehouden in documenten – zoals Word-documenten, een agenda, notities – voor de leerling zelf. Deze is alleen beschikbaar voor de leerling en de docent.
In het PUBLIEKELIJKE gedeelte zijn de producten en processen – zoals essays, e-books, kunst, workshops – zichtbaar voor de buitenwereld. Deze zijn dus niet alleen beschikbaar voor de leerling en de docent, maar ook voor bijvoorbeeld familieleden, vrienden, klasgenoten en andere mensen in de omgeving van de leerling.
Het grote voordeel aan deze inspirerende manier van toetsen is dat een portfolio niet onder het stof in een doos op zolder hoeft te belanden zodra je de school verlaat…
Een digitale omgeving en een portfolio is na je schoolcarrière nog heel goed bruikbaar.
Persoonlijk gebruik ik bijvoorbeeld dagelijks een digitale omgeving. Niet omdat ik daarin ben gestimuleerd; ik doe het volledig uit vrije wil. 😉
Ik noem het mijn DATABASE. Alles wat je op deze website ziet, heb ik gemaakt in mijn digitale database. In deze database maak ik onderscheid tussen mijn persoonlijke ontwikkeling (privé) en werk (publiekelijk). Daarvoor gebruik ik twee grote mappen: AUTODIDACTIEK en WERK.
In de map AUTODIDACTIEK staat alles wat bijdraagt aan mijn persoonlijke ontwikkeling: talloze e-books, honderden Word-documenten met informatie, duizenden notities en noem het maar op. In de map WERK staat alles wat ik als docent en als onderwijskundige gebruik: mijn lessen, lesmaterialen en… ja, ook dit artikel en alles op deze website. (Hoewel ik hier niet aan verdien en ik de map misschien beter PASSIE kan noemen.) 😉
Kortom, een digitaal portfolio stelt je in staat je hele leven te blijven groeien!
Een rijk portfolio heeft meer waarde voor jezelf en een toekomstige klant of werkgever dan welk diploma of welke cijferlijst dan ook!
Het 3-stappenplan voor een overgang naar succesvolle toetsing
Ik moet toegeven: De toxische testcultuur is één van de moeilijkste aspecten aan onderwijs om van binnenuit te veranderen. In tegenstelling tot de DIDACTIEK of het CURRICULUM, worden toetsen, tentamens en examens van bovenaf hardnekkig gecontroleerd.
Echter, als we de juiste stappen nemen, is het mogelijk om vanuit het onderwijswerkveld hoogstpersoonlijk een transformatie naar betere toetsing af te dwingen.
Hoe realiseren we een gezonde testcultuur in de praktijk?
Ik ga je een 3-stappenplan geven om toetsing in het onderwijs succesvol te verbeteren.
Stap 1: Trek de ANGEL uit de toxische testcultuur
Wanneer ik mensen vertel dat we moeten stoppen met gestandaardiseerde tests, denken mensen soms eerst:
“Maar, Nico, hoe gaan we het niveau van leerlingen dan bepalen?”
Wat je in de eerste plaats wil begrijpen, is dat “niveaus” niet bestaan. Niveaus zijn een menselijk verzinsel.
Kijk, het spreekt voor zich dat er enorme verschillen zijn tussen leerlingen in allerlei dimensies. Er zijn verschillen in motivatie, interesse, enthousiasme, concentratie, snelheid, talenten en ga zo maar door. Maar naast al deze “reële verschillen” heb je ook nog het “irreële verschil” in niveau. Dat verschil in niveau – tussen vmbo, havo, vwo, gymnasium of MBO, HBO, WO – is een uitvinding van het fabrieksmatige onderwijssysteem zelf. Het is een grove versimpeling van al die reële verschillen. Het is een poging om al die reële verschillen terug te brengen tot één dimensie.
En dit is de crux:
Niveauverschil is een VALS en ONEERLIJK verschil. Want niveauverschil is bedacht, puur conceptueel, en bestaat louter en alleen door het systeem.
Zodra we hier de waarheid van inzien, is de volgende stap dat we onze obsessie loslaten met standaardisatie. Er zijn inmiddels vele scholen waar leerlingen van alle zogenaamde niveaus door elkaar heen leren of zelfs helemaal niet meer wordt gedacht in niveaus. Neem Agora in Roermond. Volgens directeur Sjeff Drummen gebeurt het niet zelden dat leerlingen met zogenaamd lagere niveaus veel slimmer uit de hoek komen dan leerlingen met zogenaamd hogere niveaus.
Agora werkt niet met niveaus; leerlingen in alle soorten en maten werken door elkaar heen.
Maar dan is er nog een andere vraag die opborrelt:
“Maar als niveaus er niet toedoen, hoe zit het dan met het krijgen van een baan? Je werkgever wil toch een diploma zien?”
Momenteel willen werkgevers vaak nog diploma’s zien. Echter wordt ook bij steeds meer werkgevers de beperkingen van diploma’s ingezien.
Een bekend voorbeeld is Elon Musk. Een tijd geleden zag ik een interview met Elon, het brein achter vele grote ondernemingen als SpaceX, PayPal en Tesla. Je kunt je voorstellen dat Elon een vrij druk leven heeft. Toch selecteert hij nieuwe werknemers nog altijd zelf. En dit is de crux:
Tijdens zijn sollicitatiegesprekken kijkt Elon Musk niet eens naar het diploma van de sollicitant.
In het interview zegt hij er het volgende over:
“Wanneer ik nieuwe werknemers aanneem, vraag ik hen om me het verhaal van hun carrière te vertellen. Wat zijn enkele van de moeilijkere problemen waarmee ze te maken hebben gehad en hoe hebben ze beslissingen genomen bij overgangspunten. Dat is meestal genoeg voor mij om een heel goed gevoel over iemand te krijgen.”
En Musk voegt toe:
“Het is niet nodig om een universitaire opleiding te volgen. Je hoeft niet eens de middelbare school te hebben afgerond. Kijk naar mensen als Bill Gates, Larry Ellison of Steve Jobs. Deze jongens zijn niet afgestudeerd, maar als je de kans had om ze in te huren, zou dat geen slecht idee zijn.”
Kortom:
Elon verkiest talent, kennis en ervaring boven INSTITUTIONELE ACCREDITATIE.
Van een sollicitant bekijkt Elon Musk liever een rijk portfolio dan een cijferlijst. En hij is niet de enige die diploma’s en cijfers onbelangrijke voorspellers vindt van hoe goed je je werk gaat doen.
Google, Apple, IBM, Starbucks, Ernst & Young en Whole Foods; steeds meer bedrijven geven aan dat een diploma niet meer nodig is om er kans te maken op een baan.
Nu hoor ik je denken:
“Oké, diploma’s worden minder belangrijk voor werkgevers. Hartstikke mooi. Toch zitten we nog steeds met de testcultuur in het onderwijs. Hoe gaan we daarmee om?”
Dit is het antwoord:
We kunnen de testcultuur niet zomaar volledig AFSCHAFFEN, maar we kunnen wel met de testcultuur MEEVEREN.
En dat begint met het loslaten van onze obsessie met gestandaardiseerde tests. Een groot deel van de problemen met de testcultuur – onzekerheid, stress, competitiedrang – komt voort uit onze obsessie met gestandaardiseerde tests.
Onzekerheid, stress en competitiedrang zijn in feite niet het gevolg van die tests, maar van de obsessie van docenten (en ouders) met die tests.
En andersom geldt hetzelfde: zelfvertrouwen, motivatie en vindingrijkheid zijn vaak het gevolg van een Legendarische Docent die zich niet blind staart op de gestandaardiseerde test en vooral oog heeft voor talenten, kwaliteiten en passies. Wanneer we de angel uit de toxische testcultuur hebben getrokken, zijn we klaar voor de volgende stap.
Stap 2: Gebruik ALTERNATIEVE toetsing
Overal in de wereld vind je scholen die volledig zijn gestopt met gestandaardiseerde tests. Wat deze scholen gemeen hebben, is dat ze allemaal gebruik maken van succesvolle alternatieven om te toetsen. Met andere woorden:
Voordat je de toxische testcultuur volledig gaat elimineren, wil je als school eerst succesvol gebruik maken van alternatieve toetsvormen die wél bijdragen aan een gezonde testcultuur.
Een verstandige eerste stap is bijvoorbeeld te gaan werken met portfolio’s, competenties, rubrics, Learning Analitics of welke beschrijvende toetsvorm dan ook.
Zodra de school op het punt is dat de alternatieve toetsvorm(en) succesvol zijn doorgevoerd, kunnen de gestandaardiseerde tests de prullenbak in worden gegooid. En dat brengt me bij de derde en laatste stap voor het verbeteren van toetsing.
Stap 3: Roep onderwijsbeleid een HALT toe
Er zit niets anders op. De meeste aspecten van onderwijs zijn weerstandloos aan te passen binnen onze eigen mogelijkheden, maar wat betreft de toxische testcultuur zitten we met druk van boven. We zullen onderwijsbeleid dan ook een halt toe moeten roepen.
Roep onderwijsbeleid een HALT toe.
En dat willen we niet zomaar doen. We willen laten zien dat we al succesvolle alternatieven gebruiken. Zonder alternatieven zijn we niet overtuigend genoeg. Dus sla de eerste en tweede stap naar succesvolle toetsing niet over!
Bij deze wil ik alle schooldirecteuren uitdagen voor twee revolutionaire en noodzakelijke CHALLENGES.
Challenge 1: Maak de overstap naar portfolio’s en andere succesvolle vormen van toetsing.
En zodra het gelukt is om met succes gebruik te maken van alternatieven, wil ik alle schooldirecteuren uitdagen voor een tweede CHALLENGE.
CHALLENGE 2: Verspreid als collectief van schooldirecteuren een boodschap waarin jullie collega’s en de onderwijsinspectie laten weten dat jullie permanent stoppen met gestandaardiseerde tests.
Als docenten, schoolleiders en ander onderwijspersoneel hebben we veel meer invloed op de verbetering van onderwijs dan we zelf denken. Laten we als onderwijsgemeenschap verantwoordelijkheid nemen voor een revolutie van gestandaardiseerde tests naar kwalitatief hoogwaardige portfolio’s en andere gezonde vormen van toetsen!
Beste schoolleiders en docenten, heel veel plezier en succes met het verbeteren van toetsing in het onderwijs!
Docenten, schoolleiders en ander onderwijspersoneel in het werkveld kunnen heel veel doen om onderwijs hoogstpersoonlijk te transformeren. Om een succesvolle transformatie van onderwijs praktisch en toegankelijk voor je te maken, heb ik Het Onderwijs Transformatie Pakket voor je gemaakt.
In dit gratis pakket krijg je:
- Mijn 7 beste lessen en verhalen als schoolmeester.
- Een nieuw curriculum waarmee jong en oud zichzelf kan ontwikkelen tot autodidactische levensexpert.
- Een Onderwijs Transformatie Checklist met een overzicht van de belangrijkste veranderingen die nodig zijn in het onderwijs.
Download Het Onderwijs Transformatie Pakket hier gratis:
Veel plezier en succes!
Nico