“Deze tests zijn te grof om te gebruiken en moeten worden verbannen.“
– Frederick J. Keely, uitvinder van de gestandaardiseerde tests
Dit artikel gaat over verreweg het meest beladen onderwerp in het onderwijs. Van alles wat er over onderwijs valt te zeggen, zijn er geen onderwerp waar zoveel verdriet, teleurstelling, onzekerheid, angst en stress achter schuilt als de toetsen, examens en tentamens.
Maar wat maakt toetsing in het regulier onderwijs dan precies schadelijk?
Wat zijn de kenmerken van de toxische testcultuur?
In dit artikel geef ik je de kenmerken van de toxische testcultuur. Ik laat je zien wat toetsing schadelijk maakt, zodat je begrijpt wat we koste wat kost willen elimineren in het onderwijs.
Kenmerk 1: Dominantie van gestandaardiseerde tests
Begrijp me niet verkeerd; ik wil niet zeggen dat toetsing niet belangrijk is. Integendeel, toetsing is een essentieel aspect van onderwijs.
Het probleem is dat we geobsedeerd zijn met toetsing die kwaliteiten in cijfertjes probeert terug te brengen. En dat is onmogelijk.
Om eerlijk te zijn, sta ik me iedere keer weer met grote ogen te verbazen wanneer ik als leerkracht een toets doorblader. Rijen aan hokjes die ingevuld moeten worden. Keer op keer dezelfde eenzijdige vraagstelling. En dan geloven we dat we de kwaliteiten en talenten van een mens kunnen bepalen.
Gestandaardiseerd tests zijn de MINST transparante vorm van toetsing.
Toch domineren gestandaardiseerde tests het gehele onderwijssysteem. Op de basisschool, de middelbare school, in het beroepsonderwijs en op de universiteit; overal worden gestandaardiseerde tests als heilig beschouwd.
Als je erbij stilstaat, is het vrij eenvoudig om de schadelijkheid van de testcultuur te stoppen. Het is een kwestie van gestandaardiseerde toetsen niet meer verplichten en gezonde alternatieven gebruiken. Wat het bereiken daarvan bijzonder moeilijk maakt, is dat wijzelf – als volwassenen – de gebruikelijke testmethoden als heilig beschouwen.
Het grootste obstakel naar gezonde, eerlijke, motiverende toetsing is onze eigen obsessie met gestandaardiseerde tests.
Veel docenten en opvoeders zijn geobsedeerd door testscores. In groep 8 is de score van de CITO-eindtoets tijdens de toetsperiode het gesprekonderwerp van de dag.
- “Heb jij havo?”
- “Nee, ik heb VWO.”
- “Wauw, wat knap!”
- “Ik heb VMBO.”
- “Oh, geeft niks.”
Als invaller in het basisonderwijs doe ik dan m’n best om leerlingen duidelijk te maken dat zo’n score niets zegt over je werkelijke talenten en kwaliteiten en al helemaal niet over je eigenwaarde. Echter is dat een hele uitdaging in een schoolcultuur waarin testscores door veel volwassenen bijna als heilig is verklaard.
De impliciete boodschap van toetsen is luid en duidelijk:
“Jou is het gelukt… en jij kunt het wel schudden.”
“Jij kunt het maken… en jij hebt pech.”
Als je niet goed scoort op die test, weet je al wat het betekent. Met een beetje geluk krijg je een herkansing. Haal je het niet? Helaas, pindakaas.
Het maakt niet uit of je een gepassioneerde verpleegkundige bent, een creatieve docent, een getalenteerde muzikant, een slimme ondernemer, een enthousiaste boekhouder, een liefdevolle pedagoog, een kundige loodgieter, een begaafd kunstenaar, een poëtische schrijver, of een enthousiaste wetenschapper. De testscores is waar het om draait.
Kenmerk 2: Negeren van KWALITEITEN en TALENTEN
“Iedereen is een genie. Maar wanneer je een vis beoordelen op zijn vermogen om in een boom te klimmen, zal hij zijn hele leven geloven dat hij dom is.”
– Albert Einstein
Ik ga je iets vertellen wat iedereen in zijn onderbuik al weet:
De meest getalenteerde kunstenaars, de beste schrijvers, de meest succesvolle ondernemers, de meest legendarische rockers, de meest inspirerende docenten en de meest geniale wetenschappers zijn bijna nooit mensen die de beste cijfers haalden.
De lijst van zogenaamde “succesvolle drop-outs” is eindeloos. (Succesvolle drop-outs zijn mensen die faalden op school, maar die uiteindelijk in de maatschappij als succesvol worden gezien.) Eerlijk gezegd houd ik niet van de term ‘drop-out’. Deze term suggereert dat zij het systeem hebben gefaald, maar het is veel meer accuraat om te zeggen dat het systeem hen heeft gefaald.
Albert Einstein, Richard Branson, Gary Vaynerchuck; allemaal presteerden ze niet alleen slecht op school. Ze werden zelfs gezien als mislukkingen…
Het onderwijs barst van mensen als Albert, Richard en Gary. Schoolklassen zitten letterlijk vol met potentiële genieën als zij. Alleen zien we ze niet, omdat we geobsedeerd zijn met toetsen die alles negeren wat er werkelijk toe doet en niets zeggen over de talenten, kwaliteiten en intelligentie van een persoon.
De praktijkvoorbeelden van getalenteerde leerlingen die slachtoffer zijn van de testcultuur zijn eindeloos. Ik wil graag een voorbeeld met je delen om de beperktheid van de testcultuur in het onderwijs duidelijk te maken:
Voorbeeld: Max de geboren acteur
Een voorbeeld van een leerlingen die ten onder gaat aan de toxische testcultuur is mijn oud-leerling op de basisschool: Max (vanwege privacy heb ik zijn naam veranderd). Op school wordt Max omschreven als een “moeilijke leerling”. Hij vindt het schoolwerk maar stom en schuift zijn werkboeken soms letterlijk van tafel af.
Tot ik op een dag een les geef die ik Sound & Scene noem. Aan het begin van de les vraag ik de leerlingen wat ze voor zich zien wanneer ze met hun ogen dicht naar muziek luisteren. De antwoorden vliegen alle kanten op:
“Ik zie een spannende achtervolging voor me!”
“Ik zie een donkere kamer waarin iemand zich verstopt voor een dief!”
“Ik denk aan Bassie & Adriaan en de Plaaggeest!”
Met op de achtergrond de muziek waar we naar hebben geluisterd, laat ik de leerlingen vervolgens scènes maken die ze voor zich zagen in hun hoofd. Zowel voor mij als voor de leerlingen zijn de resultaten verrassend indrukwekkend. (Hoe groot de invloed van muziek kan zijn op het tot leven brengen van een scène!)
En wie me nog het meest verbaast, is Max. Tijdens Sound & Scene zie ik Max zoals ik hem nog nooit heb gezien. Waar het “gewone” schoolwerk hem weinig kan schelen, is hij tijdens deze les de grote acteur. En ik ben niet de enige die het opvalt. “Wat kun jij goed acteren, Max!” laten verschillende leerlingen hem weten.
Max heeft de smaak te pakken. Een paar weken later, tijdens de schoolviering, laat hij zijn acteerwerk zien voor het oog van de hele school. Hij speelt de sterren van de hemel. En daar is geen woord van overdreven.
Niet lang daarna spreek ik zijn moeder tijdens een oudergesprek. Ik weet nog goed wat ze zei:
“Max weet al wat hij later wil worden. Hij houdt er de laatste tijd niet meer over op: Hij wordt acteur.”
Haar woorden geven me kippenvel. Hoe fantastisch als een jongetje van een jaar of 10 zijn passie ontdekt door een les! Ik weet niet wat Max nu doet, maar ik hoop dat hij zich niet heeft laten tegenhouden door het onderwijssysteem en dat hij – ondanks onderwijs – zijn passies heeft kunnen volgen.
Max is wat ik noem de vis die wordt beoordeeld op zijn vermogen om in een boom te klimmen. Klassen zitten vol met jongens en meisjes als hij. Alleen al in een gemiddelde basisschoolklas stuit je op geboren wetenschappers, acteurs, sporters, schrijvers, kunstenaars, rekenwonders, ondernemers en docenten. In een klas op de middelbare school is dat niet anders.
Maar veel docenten zien de ware potentie van leerlingen niet. Want binnen de muren van het klaslokaal hebben we besloten iedereen maar gewoon te behandelen als een USB-stick waarop je exact dezelfde informatie moet downloaden. En dat is waarop we testen.
We maken het meetbare belangrijk, in plaats van het belangrijke meetbaar.
Helaas is het voor reguliere scholen een grote uitdaging onder de testcultuur uit te komen.
Als tegenwoordig de gestandaardiseerde testscores van een school hoog zijn, denken mensen dat het personeel van de school effectief is. En als de gestandaardiseerde testscores van een school laag zijn, ziet men het personeel van de school als ineffectief. In beide gevallen – omdat de kwaliteit van het onderwijs wordt gemeten met de verkeerde maatstaven – zijn die evaluaties niet representatief voor de kwaliteit van onderwijs.
Kenmerk 3: Misvatting over INTELLIGENTIE
“Scholen produceren mensen die denken dat ze slim zijn, maar dat zijn ze niet. Scholen produceren ook mensen die denken dat ze dom zijn, maar dat zijn ze niet. Laat school niet bepalen wie je bent.”
– Robert T. Kiyosaki
Laat ik maar meteen met de deur in huis vallen: De testcultuur geeft een totaal vertekend beeld van wat intelligentie inhoudt. Als je kijkt naar de “intelligentie-hiërarchie” die de testcultuur creëert, dan zie je dat academische intelligentie in het onderwijs als heilig wordt beschouwd. Van de basisschool tot vervolgonderwijs is onderwijs in feite een reis naar een zo “hoog” mogelijke opleiding met aan de top een universitaire studie.
Nog altijd maken we in het onderwijs geheel onterecht onderscheid tussen “hoger” en “lager” onderwijs. Doe je een universitaire studie? Dan ben je FANTASTISCH. Doe je een MBO-opleiding? Dan ben je OKÉ. Dit is een grote façade.
Door de intelligentie-hiërarchie denken heel veel mensen onterecht dat ze dom zijn omdat ze zogenaamd een “lage” opleiding doen of hebben gedaan, terwijl andere mensen onterecht denken dat ze automatisch slim zijn omdat ze een “hoge” opleiding doen of hebben gedaan.
Begrijp me niet verkeerd, ik heb grote waardering voor academici en wil niet zeggen dat academische vaardigheden niet belangrijk zijn. En de academische wereld heeft z’n charmes. Maar laten we academici niet verheerlijken tot het toppunt van menselijke prestaties;)
Helaas hebben we een testcultuur die mensen zorgvuldig inpepert om academische vaardigheden als “hoogst” haalbare te beschouwen. Het gevolg is dat mensen denken dat je het meest succesvol bent als je een academische studie gaat volgen. Veel mensen laten hun kind of zichzelf als het even kan het liefst zo THEORETISCH mogelijk opleiden, want dat is wat we met z’n allen “HOOG” en “SUCCESVOL” noemen.
Maar als we eerlijk zijn:
Hoeveel mensen willen nou daadwerkelijk academicus worden? En hoeveel academici heeft de wereld nodig?
Waar de wereld werkelijk naar snakt, zijn niet alleen mensen met academische intelligentie, maar ook (lees: vooral) mensen met spirituele, sociale, creatieve intelligentie en andere intelligenties die het leven van een mens en de samenleving verrijken.
De waarheid is dan ook dat er niet sprake is van “HOGER” en “LAGER” onderwijs, maar van “PRAKTISCH” en “THEORETISCH” onderwijs. Academische vaardigheden zijn daarin een vorm van intelligentie, maar niet belangrijker dan sociale, spirituele, creatieve en allerlei andere intelligenties.
Academische vaardigheden zijn een vorm van intelligentie, maar niet belangrijker dan spirituele, mentale, fysieke, technische, sociale, filosofische of creatieve intelligentie.
De testcultuur in het onderwijs zou ALLE intelligenties als gelijkwaardig moeten beschouwen.
Kenmerk 4: Selecteren op GEHOORZAAMHEID
“School is het reclamebureau dat je doet geloven dat je de maatschappij nodig hebt zoals die is.”
– Ivan Illich
In het onderwijs zeggen we weleens heel politiek correct: “Leerlingen leren voor het leven.” Je hoeft maar 10 minuten op een willekeurige school rond te lopen om te zien dat dit lariekoek is.
Leerlingen leren op reguliere scholen niet voor het LEVEN, maar voor TESTRESULTATEN.
Leerlingen hebben dat maar al te goed door. Ze zijn niet onnozel. Ze weten maar al te goed dat ze op school zitten omdat ze hoog moeten scoren op die gestandaardiseerde toetsen. En ze gehoorzamen, meestal, omdat het verplicht is. En omdat ze uiteindelijk dat diploma moeten halen, met de beruchte cijferlijst, die niets zegt over de werkelijke talenten die ze in huis hebben.
Waarom ligt er in het onderwijs zo’n grote focus op het diploma?
Als je kijkt hoe onderwijs functioneert, en als je naar de OUTPUT kijkt, dan zie je dat onderwijs helemaal niet een systeem is om mensen optimaal voor te bereiden op het leven. Het klinkt misschien vreemd, maar…
Onderwijs functioneert voornamelijk als een systeem dat selecteert op GEHOORZAAMHEID.
Ga maar na: Je wordt op school niet gestimuleerd in kritisch denken, creativiteit, het stellen van vragen en het leren van belangrijke “levensvaardigheden”. Integendeel, je wordt getest op reproduceren en herhalen van de leerstof. Terwijl kritisch denken, creativiteit en andere belangrijke vaardigheden worden gesmoord.
Gehoorzaam je aan wat er van je wordt gevraagd? Hartstikke goed. Dan word je beloond met hoge cijfers en een diploma dat kan leiden tot een goede baan.
Gehoorzaam je niet en weiger je mee te werken? Dan ben je een “probleemgeval” en ga je het moeilijk krijgen in het onderwijs en de maatschappij.
De testcultuur is ingericht als knock-outsysteem; het is niet bedoeld voor het verbeteren van onderwijs en jezelf optimaal ontwikkelen in een rijke leeromgeving. En het heeft geresulteerd in de meest onwenselijke vorm van onderwijs die je je kunt voorstellen voor jonge mensen.
Kenmerk 5: Stimulatie van STRESS en ONZEKERHEID
Frederick J. Kelly, de man die nota bene de gestandaardiseerde tests heeft uitgevonden, zei het al in de periode vlak na de invoering van zijn tests:
Zelfs de grondlegger van de testcultuur vindt dat we er zo snel mogelijk mee moeten stoppen.
Toch zitten er op dit moment, terwijl je dit leest, overal in de wereld mensen te stressen om één of andere onbenullige test te volbrengen.
De manier waarop we het onderwijs hebben ingericht werkt als een tikkende tijdbom die nooit echt afgaat, maar waarvan je weet dat hij voortdurend aanstaat. Wat een kwelling is het voor kinderen, scholieren en studenten om daar continu mee geconfronteerd te worden. De toxische testcultuur is een enorme bron van stress, onzekerheid en ontmoediging.
Kijktip! Joshua Katz is een wiskundeleraar die in een Ted Talk terecht zijn woede uit over de toxische testcultuur in het onderwijs:
Kenmerk 6: Problemen die GEEN problemen zijn
De testcultuur legt de aandacht op problemen die helemaal geen problemen zijn. Neem leesproblemen. Om te leren lezen en het leuk te vinden duurt onder de juiste omstandigheden zo’n dertig uur. Soms een paar meer, soms een paar minder. Lezen is een vaardigheid die we uit onszelf ontwikkelen zodra we goede redenen zien om dit te doen. Intimidatie en dwang door toetsen gaat daarbij niet helpen.
Het ware probleem zit niet in de leerling; de testcultuur creëert de bekende lees-pathologie.
De testcultuur creëert problemen die geen problemen zijn.
Iedere keer dat ik als leerkracht een toets in mijn handen krijg, vraag ik me af wat we er nu werkelijk mee willen bereiken. Ik zal een voorbeeld geven van hoe toetsen volledig de plank misslaan en problemen creëren die geen problemen zijn.
Voorbeeld: Sophie met haar voorleestalent
Toen ik een tijdje werkzaam was als groepsdocent op een reguliere school moest ik de Drie-Minuten-Toets afnemen bij leerlingen. Bij de Drie-Minuten-Toets moet de leerling in 3 minuten zoveel mogelijk woorden lezen terwijl je er als docent naast zit met een timer.
Op een gegeven moment moet Sophie eraan geloven. Wat me meteen opvalt zodra Sophie begint te lezen, is haar uitstekende INTONATIE en de RUST waarmee ze leest. Dit meisje heeft overduidelijk een VOORLEESTALENT. Maar nu krijgt ze een verplichte toets voorgeschoteld die impliceert dat ze als de wiedeweerga door een lijst met woorden heen moet razen. Het resultaat?
Sophie scoort een KRAPPE voldoende.
En ik moet haar noteren bij de “risicoleerlingen”. Wat je echter niet terugziet in haar matige score op de toets is de FANTASTISCHE VOORLEESSTEM waarmee ze leest.
Even later zit ik met Wessel aan tafel om dezelfde toets af te nemen. Hij leest de woorden RAZENDSNEL voor. Met een MONOTONE STEM weliswaar, maar wel in een bloedvaart. Dus je raadt het al:
Wessel scoort een DIKKE voldoende.
Wat je niet terugziet in zijn uitstekende score is hoe MONOTOON hij leest en dat er eigenlijk wat betreft voorlezen en storytelling nog veel te halen is. Maar “prachtig voorlezen” is niet waar de Drie-Minuten-Toets op toetst.
Deze toets creëert problemen die geen problemen zijn. Want ik kan je iets verklappen:
Van alle pak ‘m beet 50 leerlingen die ik heb getoetst is er GEEN ENKELE LEERLING bij wie ik me als docent zorgen moet maken over de leessnelheid…
De leerlingen lezen prima. Natuurlijk zijn er enkele leerlingen die niet zo snel lezen. Maar van hen is allang bekend dat ze wat extra aandacht nodig hebben. Dat heb je als docent gedurende de schooldagen snel genoeg in de smiezen. En, tsja, dan oefen je gewoon eens wat meer met die leerlingen. Daar is geen mechanische toets voor nodig in een onnatuurlijke setting met een voorleesblad voor de neus en een timer die in je nek loopt te hijgen.
Waar ik als docent vooral potentie in zie, is het trainen van leerlingen in STORYTELLING SKILLS en VOORLEESVAARDIGHEID. Maar daar heb je als docent niet een verplichte Drie-Minuten-Toets voor nodig.
Leerlingen trainen in storytelling en andere presentatievaardigheid doe je (als het goed is) gewoon uit jezelf. En tijdens je eigen lessen in storytelling analyseer je nauwkeurig hoe de leerlingen zich in deze belangrijke vaardigheden ontwikkelen. En dat is eenvoudiger dan je denkt; slechts één les is voldoende om in de smiezen te hebben welke leerlingen je extra op STORYTELLING wilt coachen. Een VERPLICHTE Drie-Minuten-Toets die leerlingen forceert in een bloedvaart te lezen en hen daar een nietszeggend cijfertje voor toekent gaat daarbij niet helpen.
Het is een hardnekkig probleem van onze toxische testcultuur in het onderwijs: We laten leerlingen 50 woordjes opdreunen en dan geloven we dat het goede of slechte lezers zijn. We laten leerlingen 20 keer een woordje invullen en dan geloven we dat we weten of ze wel of niet de Nederlandse taal meester zijn.
En kinderen weten dat het niet deugd waar ze aan worden onderworpen. Het draait bij toetsen niet om hen, maar om nietszeggende cijfers. Tegen de tijd dat een ogenschijnlijk trage lezer de volwassenheid nadert (en prima kan lezen), zal hij of zij onverschillig staan tegenover lezen of er een hekel aan hebben vanwege onze obsessie met gestandaardiseerde toetsing.
Kenmerk 7: Stimulatie van MIDDELMATIGHEID
“Wanneer studenten spieken bij tentamens, dan is het omdat ons onderwijssysteem CIJFERS belangrijker vindt dan studenten leren belangrijk vinden.”
– Neil deGrasse Tyson, Astrofysicus & Wetenschapscommunicator
In het onderwijs zijn scholieren en studenten voortdurend bezig om de testcultuur te slim af te zijn. Misschien herken je het nog wel uit je eigen schooltijd: spiekbriefjes maken, samenvattingen uitwisselen, oude tentamens doorgeven en op het moment suprême stiekem bij de buurman of buurvrouw op het antwoordenblad kijken. Alles om die voldoende te halen. En als de toets dan eenmaal achter de rug is, kun je alles weer vergeten. Daar doen veel leerlingen in ieder geval hun uiterste best voor. (Inclusief ikzelf en mijn schoolkameraden vroeger.)
Zoals Jack Ma, de beroemde oprichter van Alibaba, eens zei:
“Ik vertelde mijn zoon: je hoeft geen top 3 te zijn in je klas. In het midden zitten is prima, zolang je cijfers maar niet al te slecht zijn. Alleen deze persoon heeft voldoende vrije tijd om andere vaardigheden te leren.”
Het zegt veel over de testcultuur dat mensen strategieën gaan toepassen om onder de leerstof uit te komen.
De testcultuur stimuleert MIDDELMATIGHEID in plaats van EXCELLENTIE.
Het is niet zo dat we in het onderwijs BEWUST voor middelmatigheid kiezen. Het liefst willen we natuurlijk dat leerlingen in het onderwijs EXCELLEREN en het beste uit zichzelf halen. Echter haalt de testcultuur niet het BESTE, maar het MIDDELMATIGE in leerlingen naar boven.
Met gestandaardiseerde tests valt er niet aan middelmatigheid te ontkomen. Ga maar na: Wat krijg je als je meedoet aan de 100 meter sprint en je rent maar 70 meter? Niets, want je loopt maar 70% van de afstand. Maar wat krijg je in het onderwijs als je 70% van de vragen goed hebt op een gestandaardiseerde test? Dan krijg je minstens een voldoende. En stel je voor dat een vliegtuig voor 90% afgemaakt zou worden. “Dit vliegtuig werkt prima. Het is voor 90% gereed en dat is voldoende. Goede reis.” Dan denk je: Bekijk het, ik pak die trein wel met 15 uur reistijd naar Barcelona. Maar in het onderwijs is 90% een dikke voldoende.
Gestandaardiseerde tests zijn inherent aan middelmatigheid.
Al doe je als docent nog zo je best om leerlingen te inspireren. Zolang die gestandaardiseerde tests het onderwijs domineren, zullen leerlingen hun best blijven doen onder het werk uit te komen.
Aan de leerlingen ligt het niet. Diep van binnen willen alle leerlingen dolgraag het beste in zichzelf naar boven halen.
Diep van binnen zijn alle mensen creatieve wezens die willen excelleren. En er zijn allerlei manieren waarop we onze excellentie met de wereld delen:
- Kunstenaars delen hun creaties in een, tentoonstelling, atelier of portfolio.
- Ondernemers delen hun producten op een website.
- Onderzoekers delen hun bevindingen in een essay of wetenschappelijk artikel.
Dat is precies wat we in het onderwijs willen zien. Laten we vormen van toetsen gebruiken die het beste in leerlingen naar boven halen. Laten we stoppen met toetsen die leerlingen op onbenulligheden afrekenen en beginnen met toetsen die hun talenten vieren.
Wil je meer leren over het verbeteren van onderwijs? Goed nieuws! Ik heb Het Onderwijs Transformatie Pakket voor je gemaakt. Daarin krijg je lessen en verhalen van mij als schoolmeester, een checklist voor het verbeteren van onderwijs en zelfs een nieuw curriculum waarmee we leerlingen de kennis en vaardigheden kunnen leren om een autodidactische levensexpert te worden.
Oh ja, en het is gratis;)
Download Het Onderwijs Transformatie Pakket: